What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
MC B1 All Right Unit 3 met present simple
Recap Present Simple
3. New York - 4 Reading
1 / 34
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
This lesson contains
34 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Recap Present Simple
3. New York - 4 Reading
Slide 1 - Slide
Unit 3, Lesson 2
Words about travel (reizen)
Meervoud
Aanwijzen (this, that, these, those)
Slide 2 - Slide
veerboot
vertrekken
bagage
toegestaan
bestemming
platform
wait
cab
safe
busy
allowed
destination
ferry
luggage
depart
druk
taxi
veilig
wachten
perron
Slide 3 - Drag question
Meervoud in het Engels:
meestal +s
enkelvoud = één
meervoud = twee of meer
Let op bij -s/-z/-sj klank:
one bus - two buses
one kiss - two kisses
one watch - two watches
s
jacket
jackets
Slide 4 - Slide
wat is het meervoud van
book
Slide 5 - Open question
wat is het meervoud van
wish
Slide 6 - Open question
Now I understand how to make a plural (meervoud):
A
Yes, I do
B
Yes, I do most of the time
C
No, it is still very difficult
Slide 7 - Quiz
Demonstrative pronouns
Slide 8 - Slide
Dichtbij
Ver weg
Enkelvoud
Meervoud
This
That
These
Those
Slide 9 - Drag question
Use: this, these, that, those:
I want .... books over there.
A
this
B
these
C
that
D
those
Slide 10 - Quiz
this, that, these, those
... colours look beautiful on you!
A
This
B
That
C
These
D
Those
Slide 11 - Quiz
.... is your pen over there on the desk.
.... is my pen here
A
This, This
B
That, That
C
This, That
D
That, This
Slide 12 - Quiz
Now I understand what demonstrative pronouns (aanwijzende woorden) are:
A
Demonstrative what?
B
Yes, clear, I'm going to practise!
C
Could you explain again?
Slide 13 - Quiz
Unit 3, Lesson 3
Words about feelings and emotions
Slide 14 - Slide
held
bezorgd
nerveus
enthousiast
knap
glasses
wear
proud
seem
shy
excited
handsome
hero
nervous
worried
verlegen
trots
lijken
dragen
bril
Slide 15 - Drag question
Unit 3, Lesson 4
Words about pets and animals
Present simple (tegenwoordige tijd)
Slide 16 - Slide
dierenasiel
(een hond) uitlaten
huisdier-vriendelijk
blaffen
bot
goat
pet
rabbit
horse
feed
bark
bone
animal shelter
pet-friendly
walk (a dog)
voeren
konijn
paard
huisdier
geit
Slide 17 - Drag question
Wanneer gebruik je de present simple?
A
Bij een gewoonte / feit (gebeurt regelmatig)
B
Als iets gebeurd is
C
Als je iets leuk vindt
D
Als iets raar is
Slide 18 - Quiz
Wat is de SHIT-regel?
A
Dat je heel nodig naar de WC moet
B
Dat iets heel slecht is
C
Bij She/He/IT komt een -S achter het werkwoord
D
Er komt altijd een -S achter het werkwoord
Slide 19 - Quiz
Present simple
He ..... (to cry) because he is small.
A
cry
B
crys
C
cries
Slide 20 - Quiz
Present simple
It ....... (to start) in 10 minutes.
A
start
B
starts
Slide 21 - Quiz
Present simple
We often ........... (to talk) about or holiday.
A
talk
B
talks
Slide 22 - Quiz
Unit 3, Lesson 5
Words about special days
Present simple (tegenwoordige tijd) in een vraag en ontkenning
Slide 23 - Slide
uitkomen
uitnodiging
netjes kleden
vieren
versieringen
usually
never
together
holiday
present
celebrate
decorations
come true
dress smart
invitation
cadeau
samen
feestdag
nooit
gewoonlijk
Slide 24 - Drag question
Vragen
Bevestigend (present simple)
You walk to school every day
Vraag
: Do you walk to school?
Does she walk to school?
DUS:
Een vraag begint met Do... of Does... (bij SHIT).
Slide 25 - Slide
_____ Ann always call Sam?
A
Do
B
Does
Slide 26 - Quiz
_____ you like films?
A
Do
B
Does
Slide 27 - Quiz
_____ he live in Holland?
A
Do
B
Does
Slide 28 - Quiz
Ontkenningen
Bevestigend (present simple)
I walk to school every day
Ontkennend
: I don't walk to school
She doesn't walk to school
Dus:
Bij een ontkenning komt DON'T of DOESN'T (SHIT) voor het werkwoord
Slide 29 - Slide
No, we _____ live in London.
A
don't
B
doesn't
Slide 30 - Quiz
No, I _____ work at Hema.
A
don't
B
doesn't
Slide 31 - Quiz
No, it _____ work. It's broken.
A
don't
B
doesn't
Slide 32 - Quiz
Ik snap de present simple
A
helemaal
B
voor het grootste gedeelte
C
een beetje
D
helemaal niet
Slide 33 - Quiz
Jullie maken zelfstandig
3.5 New York - Writing
Kader: opdr 7 t/m 13
Basis: opdr 7 t/m 13 (blz 108)
Slide 34 - Slide
More lessons like this
Week 5 O17 les 1 Present simple Impact F. Unit 2 p. 46-49
January 2023
- Lesson with
51 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
5/2
December 2023
- Lesson with
35 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Recap grammar unit 3 vmbo b 1
February 2024
- Lesson with
37 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Unit 3 LY1
April 2023
- Lesson with
22 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
M 1 Present Simple (herhalen)
June 2022
- Lesson with
32 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1
This That These Those
March 2023
- Lesson with
25 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
1BK2 Recap grammar Unit 5
May 2024
- Lesson with
30 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
HA1 Grammatica overzicht Unit 2
December 2022
- Lesson with
12 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1