4H, le petit prince, chapitre 25-27

4H, le petit prince chapitre 25-27
1 / 12
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

4H, le petit prince chapitre 25-27

Slide 1 - Slide

Herhaling chapitre 21-24
  1. Wat is de les van de vos aan de kleine prins? (21)
  2. Wat begrijpt de kleine prins nu over zijn roos? (21) 
  3. Hoe lang zijn ze in chapitre 24 al in de Sahara en waarom is dat een probleem?
  4. Hoe legt de kleine prins uit dat mensen niet vinden wat ze zoeken? En waaraan merk je dat de auteur de prins snapt? 
    > Gebruik in je antwoord de zoektocht naar de put en denk ook aan het huis van de auteur!

Slide 2 - Slide

Video over de planeten
chapitre 10-15

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Leesvragen chapitre 25
  1. Pourquoi l’eau trouvée est-elle si bienfaisante ?
  2. Qu’est-ce que le petit prince demande à l’auteur pour son mouton? Pourquoi ?
  3. Qu’est-ce que cette demande fait comprendre à l’auteur ?
  4. Pourquoi l’auteur a-t-il trouvé le petit prince dans le désert ?

Slide 5 - Slide

Leesvragen chapitre 25
  1. Waarom smaakt het water uit de put zo goed? 
  2. Wat vraagt de kleine prins aan de auteur voor zijn schaap en waarom? 
  3. Hoe lang geleden is het dat de kleine prins op aarde kwam? 
  4. "Tu dois maintenant travailler. [...] s'est laissé apprivoiser..." Leg uit wat hier gebeurt. 

Slide 6 - Slide

Leesvragen chapitre 26
  1. Pourquoi le petit prince parle-t-il au serpent ?
  2. Pourquoi le petit prince veut-il se trouver exactement au lieu où il était tombé ?
  3. Quel cadeau le petit prince fait-il àl’auteur ?
  4. Pourquoi le petit prince ne veut-il pas que l’auteur assiste à sa mort ?
  5. Le petit prince a peur de la mort. Comment se donne-t-il du courage ?
  6. Que signifie « mourir » pour le petit prince ? Pourquoi accepte-t-il de mourir ? Le petit prince est-il vraiment mort ?

Slide 7 - Slide

Chapitre 26
We gaan nu een verfilming kijken van chapitre 26 van 'le petit prince'

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Leesvragen chapitre 26
  1. De kleine prins heeft zich laten bijten door een slang. Waarom heeft hij dat gedaan? 
  2. Hoe probeert de kleine prins de auteur te troosten?
  3. Wat houdt 'sterven' in voor de kleine prins? Denk je dat hij echt overleden is? 
Tip: lees het einde chapitre 17 nog een keer. Daar staat wat de slang kan doen. 
Lees voor een antwoord dit citaat in het boek : "Quand tu regardes le ciel, la nuit, puisque j'habiterai dans l'une d'elles [...] au lieu d'étoiles, de tas de petits grelots (belletjes) qui savent rire..."

Slide 10 - Slide

Leesvragen chapitre 27
  1. Qu’est-ce qui empêche l’auteur d’être complètement heureux ?
  2. Pourquoi le désert est-il le plus beau et le plus triste paysage du monde ?

Slide 11 - Slide

Leesvragen chapitre 27
  1. De vrienden van de auteur waren blij dat hij levend terug is, maar de auteur zelf kan niet helemaal blij zijn. Waarom?
  2. Hoe weet de auteur dat de kleine prins terug is op zijn planeet?  
  3. Wat is de auteur vergeten mee te geven aan de kleine prins?
  4. Wat is daardoor "un bien grand mystère" volgens de auteur? 
  5. Waarom is de Sahara voor de auteur zowel het mooiste als het triestste landschap?

Slide 12 - Slide