Spreektaal 1: reizen (Op straat)

Spreektaal 1: 

Op straat
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolSpeciaal OnderwijsmavoLeerroute M

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Spreektaal 1: 

Op straat

Slide 1 - Slide

Spreektaal 1: reizen
H2: op straat

Slide 2 - Slide

Wat zie je?
Vraag jij wel eens de weg op straat?
Wat vraag je dan?
We gaan luisteren naar het fragment.

Slide 3 - Slide

Spreektaal 1: reizen
H2: op straat

Fragment: op straat
Wat vraagt William aan de eerste persoon?
A
Kan ik u iets vragen?
B
Mag ik een vraag stellen?
C
Mag ik u iets vragen?

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat vraagt William aan de tweede persoon?
A
Weet u waar de Brinkstraat is?
B
Welke straat is dit?
C
Waar is de Brinkstraat?

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat zegt William aan de derde persoon?
A
Mevrouw, ik zoek de Brinkstraat.
B
Meneer, ik zoek de Brinkstraat.
C
Mevrouw, waar is de Brinkstraat?

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

We luisteren nog een keer naar de laatste vrouw.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Waar is de Brinkstraat?
A
B

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

De weg wijzen
linksaf       rechtsaf
rechtdoor
kruispunt

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Spreken: de weg vragen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

A: Mag ik u iets vragen?
A: Bent u bekend in deze buurt?

A: Hallo, weet u waar het politiebureau is?


A: Oke, dank u wel.
B: Ja, natuurlijk.
B: Nee, helaas niet. Ik kan u niet helpen.

C: Even kijken... U moet bij het kruispunt linksaf. Daar is het politiebureau.

C: Graag gedaan.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

A: Mag ik u iets vragen?

A: Ik zoek de bibliotheek. Waar kan ik die vinden?

A: Oke, dank u wel.
B: ___________________

B: ___________________


B: ___________________

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Luister goed. Waar is...

Slide 13 - Slide

Op de volgende dia staat een plattegrond. Er staan cijfers op bepaalde plekken. Geef een beschrijving van de route naar een nummer waar het politiebureau/de supermarkt/de school/etc. is. 

De route begint bij de X.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions