Dit zijn woorden zoals: always, usually, seldom enz.
A. Zinnen met 1 werkwoord (niet `be): deze woorden staan voor dat werkwoord.
B. Zinnen met 2 of meer werkwoorden: deze woorden staan voor het tweede werkwoord.
C. Zinnen met 1 werkwoord (`be`): deze woorden staan achter de vorm van `be`.