Inhoud berekenen

Planning van vandaag
8.30-9.00: extra uitleg rekenen (Jesse, Thakisha, Ashlyn...)
9.15-10.00: rekeninstructie
10.30-11.15: zinsontleden
11.30-12.15: rekenen verrijking
13.00-13.30: studievaardighedenquiz
1 / 29
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 8

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning van vandaag
8.30-9.00: extra uitleg rekenen (Jesse, Thakisha, Ashlyn...)
9.15-10.00: rekeninstructie
10.30-11.15: zinsontleden
11.30-12.15: rekenen verrijking
13.00-13.30: studievaardighedenquiz

Slide 1 - Slide

               Rekeninstructie        
        Inhoud berekenen

Slide 2 - Slide

De inhoud van deze les: 
Je doelen

Ik kan omtrek, oppervlakte en inhoud berekenen.
Ik kan litermaten in elkaar omrekenen.
Ik kan litermaten en kubieke maten in elkaar omrekenen.
Ik kan de inhoud berekenen van figuren waarbij de maten omgerekend moeten worden.

Slide 3 - Slide

Even herhalen ...
Omtrek =
A
l x b
B
2 x l x b
C
2 x l + 2 x b
D
l + b

Slide 4 - Quiz

Wat is de omtrek
van dit figuur?
A
12 cm
B
5 cm
C
15 cm
D
10 cm

Slide 5 - Quiz

Oppervlakte =
A
l x b
B
2 x l x b
C
2 x l + 2 x b
D
l + b

Slide 6 - Quiz


Wat is de oppervlakte van:
A
3 m²
B
30 m²
C
300 m²
D
3000 m²

Slide 7 - Quiz

Inhoud =
A
l x b
B
2 x l x b x h
C
2 x l + 2 x b
D
l x b x h

Slide 8 - Quiz

Wat is de inhoud van dit figuur?
3m
A
23 m3
B
60 m3
C
12 m3
D
19 m3

Slide 9 - Quiz

Noteer van groot naar klein het rijtje van de inhoud, dus van kl tot ml (tip: het zijn er 7 in totaal)

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

1m3
1cm3
1dm3
1l
1kl
1ml

Slide 12 - Drag question

Slide 13 - Slide

Reken om. 1 dl = ..............
A
0,01
B
0,1 ml
C
10 ml
D
100 ml

Slide 14 - Quiz

Reken om. 5000 l = ..............
A
0,5 kl
B
5 kl
C
50 kl
D
500 kl

Slide 15 - Quiz

Reken om. 30ml = ...................
A
0,03l
B
0,3l
C
3l
D
3000l

Slide 16 - Quiz

2dl
0,2 kl
200ml
2000cl
0,2l
200l
2l
20l

Slide 17 - Drag question

Omrekenen:
1000 liter =
A
1 m3
B
1 dm3
C
10 dm3
D
10 m3

Slide 18 - Quiz

Junior Einstein
Je kunt nu:
Omtrek, oppervlakte en inhoud berekenen.
Litermaten in elkaar omrekenen.
Litermaten en kubieke maten in elkaar omzetten.

In Junior Einstein ga je deze dingen met elkaar combineren.

Slide 19 - Slide

Bijvoorbeeld:
Een bak is 12 cm lang, 5 cm hoog en 100 cm breed. Wat is de inhoud in liters?

Zie het voor je of noteer het in een 3d-afbeelding (balk of kubus).
12cm
100cm
5cm

Slide 20 - Slide

Stap 1: bereken de inhoud
Inhoud = lxbxh
l = 12 cm        b = 100 cm            h = 5 cm
Ze hebben dezelfde eenheid: centimeter. Ik mag vermenigvuldigen
Oppervlakte = 12 x 100 = 1.200 cm2; 
Inhoud = 1200 x 5 = 6.000 cm3 (12 x 5 = 60)

Slide 21 - Slide

Stap 2: zet de kubieke maat om in een litermaat.
Ik weet 3 dingen:
-1m3 = 1kl
-1dm3 = 1l
-1cm3 = 1ml
Welke kan ik hier het beste gebruiken? 
6.000cm3 = 6.000ml

Slide 22 - Slide

Stap 3: zet de litermaat om in de litermaat die gevraagd wordt.

Van ml naar l= :1000

6000:1000 = 6l


Slide 23 - Slide

Voorbeeldsom
Een zwembad is 2 meter breed, 10 meter lang en 50 centimeter diep. Bereken de inhoud van het zwembad in liters.

Slide 24 - Slide

Stap 1: bereken de inhoud (lxbxd). Let op: om de inhoud in m3 te berekenen moeten alle maten in meters staan.
A
2x10x50=1.000m3
B
2x10x5=100m3
C
2x10x0,5=10m3
D
2+10+0,5=12,5m3

Slide 25 - Quiz

Stap 2: zet de kubieke maat om in een litermaat.
A
10m3= 10l
B
10m3= 10dl
C
10m3= 10ml
D
10m3= 10kl

Slide 26 - Quiz

Stap 3: zet de litermaat om in de litermaat die wordt gevraagd.
A
10kl= 10.000l
B
10kl= 1.000l
C
10kl= 0,01l
D
10kl= 0,1l

Slide 27 - Quiz




De inhoud van het zwembad is dus 10.000 l



Of: er past 10.000l water in het zwembad, als die helemaal vol zit.

Slide 28 - Slide

Nog een voorbeeldje??

Slide 29 - Slide