Spelling v/f s/z

Spelling
1 / 25
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 5,6

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Spelling

Slide 1 - Slide

Waarom moeten
we woorden spellen?

Slide 2 - Mind map

Dit ga je oefenen:
-woorden schrijven met de v/f en z/s verwisseling

Slide 3 - Slide

muis
A
muisen
B
muizen

Slide 4 - Quiz

paleis
A
paleisen
B
paleizen

Slide 5 - Quiz

klokhuis
A
klokhuizen
B
klokhuisen

Slide 6 - Quiz

woorden met s/z verandering

Slide 7 - Mind map

olijf
A
olijfen
B
olijven

Slide 8 - Quiz

postduif
A
postduiven
B
postduifen

Slide 9 - Quiz

scheef
A
schefe
B
scheve

Slide 10 - Quiz

blijf
A
blijfen
B
blijven

Slide 11 - Quiz

lever
A
leveren
B
leferen

Slide 12 - Quiz

gaaf
A
gave
B
gafe

Slide 13 - Quiz

bedrijf
A
bedrijven
B
bedrijfen

Slide 14 - Quiz

proef
A
proefen
B
proeven

Slide 15 - Quiz

woorden met f/v verandering

Slide 16 - Mind map

Vul de hij- vorm in van
schrijven verleden tijd
Hij .......

Slide 17 - Open question

Vul de hij-vorm in van
graven
Hij .........

Slide 18 - Open question

Vul de hij-vorm in van
blazen verleden tijd
Hij .........

Slide 19 - Open question

Vul de hij-vorm in van
genezen
Hij .........

Slide 20 - Open question

Vul de hij-vorm in van
drijven verleden tijd
Hij .......

Slide 21 - Open question

Vul de hij- vorm in van
lezen
Hij ........

Slide 22 - Open question

Vul de hij-vorm in van
leven
Hij .......

Slide 23 - Open question

test
A

Slide 24 - Quiz

Vul de hij-vorm in
van tekenen?
Hij.........

Slide 25 - Open question