What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
ECONOMIE H6
Welkom bij Economie
Boek Pen rekenmachine schrift en Chromebook(dicht) op tafel
1 / 44
next
Slide 1:
Slide
Economie
Voortgezet speciaal onderwijs
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerroute VK
Leerroute VG
Leerroute VT
Leerjaar 1,2
This lesson contains
44 slides
, with
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom bij Economie
Boek Pen rekenmachine schrift en Chromebook(dicht) op tafel
Slide 1 - Slide
Regels
Slide 2 - Slide
Leerdoelen 6.1
Je weet dat de overheid bestaat uit gemeente, provincie en rijksoverheid en dat haar werknemers ambtenaren heten.
Je kunt voorbeelden geven van zaken waarvoor je bij de gemeente moet zijn.
Je weet wat een begrotingstekort is en wat de overheid daaraan kan doen.
Je weet dat de provincie een deel van de infrastructuur bepaalt.
Je weet wat de rijksoverheid is en wat zij doet.
Slide 3 - Slide
Vandaag
Toets bespreken
instructie 6.1
Slide 4 - Slide
Je weet dat de overheid bestaat uit gemeente, provincie en rijksoverheid en dat haar werknemers ambtenaren heten.
Slide 5 - Slide
Je kunt voorbeelden geven van zaken waarvoor je bij de gemeente moet zijn.
Slide 6 - Slide
Je kunt voorbeelden geven van zaken waarvoor je bij de gemeente moet zijn.
- ID-kaart/Rijbewijs/paspoort
-
Slide 7 - Slide
Leerdoelen 6.1
Je weet dat de overheid bestaat uit gemeente, provincie en rijksoverheid en dat haar werknemers ambtenaren heten.
Je kunt voorbeelden geven van zaken waarvoor je bij de gemeente moet zijn.
Je weet wat een begrotingstekort is en wat de overheid daaraan kan doen.
Je weet dat de provincie een deel van de infrastructuur bepaalt.
Je weet wat de rijksoverheid is en wat zij doet.
Slide 8 - Slide
Welkom bij Economie
Boek Pen rekenmachine schrift en Chromebook(dicht) op tafel
Slide 9 - Slide
Vandaag
Instructie 5.2
Maken 5.2
Slide 10 - Slide
Leerdoelen 5.2
Je weet wat de inkoopprijs is.
Je weet wat de brutowinstopslag is.
Je kunt de verkoopprijs berekenen.
Je weet wat afzet en omzet is en je kunt de omzet berekenen.
Slide 11 - Slide
Je weet wat de inkoopprijs is.
inkoopprijs
brutowinstopslag +
verkoopprijs
(BTW +)
(consumentenprijs )
Slide 12 - Slide
afzet & omzet
Afzet & Omzet
Slide 13 - Slide
Leerdoelen 5.2
Je weet wat de inkoopprijs is.
Je weet wat de brutowinstopslag is.
Je kunt de verkoopprijs berekenen.
Je weet wat afzet en omzet is en je kunt de omzet berekenen.
Slide 14 - Slide
Welkom bij Economie
Boek Pen rekenmachine schrift en Chromebook(dicht) op tafel
Slide 15 - Slide
Vandaag
Vorige keer
instructie 5.3
aan het werk met 5.3
Slide 16 - Slide
Consumenten prijs berekenen
inkoopprijs = €45,00
brutowinstopslag (65%) +
verkoopprijs
BTW (21%) +
Consumenten prijs
Slide 17 - Slide
Consumenten prijs berekenen
inkoopprijs €85,00
brutowinstbelasting (65%) +
verkoopprijs
BTW (21%) +
Consumenten prijs
Slide 18 - Slide
Consumenten prijs berekenen
verkoopprijs
BTW (21%) +
Consumenten prijs €180,00
Wat is de verkoopprijs?
Slide 19 - Slide
Leerdoelen 5.3
Je weet wat btw is.
Je kunt uitleggen waarom de btw een indirecte belasting is.
Je weet wat nettowinst is en hoe je deze berekent.
Je weet wat de consumentenprijs is en hoe je deze berekent.
Je kunt van de consumentenprijs terugrekenen naar de verkoopprijs exclusief btw.
Slide 20 - Slide
Wat is BTW?
directe en indirecte belastingen
Slide 21 - Slide
Waarom betaal je belasting?
Slide 22 - Slide
Netto winst!
Brutowinst - bedrijfskosten = Nettowinst
Slide 23 - Slide
Leerdoelen 5.3
Je weet wat btw is.
Je kunt uitleggen waarom de btw een indirecte belasting is.
Je weet wat nettowinst is en hoe je deze berekent.
Je weet wat de consumentenprijs is en hoe je deze berekent.
Je kunt van de consumentenprijs terugrekenen naar de verkoopprijs exclusief btw.
Slide 24 - Slide
Welkom bij Economie
Boek Pen rekenmachine schrift en Chromebook(dicht) op tafel
Slide 25 - Slide
Vandaag
Vorige keer
instructie 5.4
aan het werk met 5.4
Slide 26 - Slide
Vorige keer
Omzet
Afzet
Inkoopprijs
Slide 27 - Slide
Leerdoelen 5.4
Je kunt uitleggen wat de inkoopwaarde is.
Je weet wat nettowinst is en hoe je deze berekent.
Je weet wat brutowinst is en hoe je deze berekent.
Je kunt voorbeelden geven van bedrijfskosten.
Slide 28 - Slide
Fruit bedrijf (vorige keer)
De inkoopprijs van een appel is €0,60, je wil een brutowinst marge van 45%. De belasting op fruit is 9%.
Wat is de consumenten prijs?
Slide 29 - Slide
Je kunt uitleggen wat de inkoopwaarde is.
De totale bedrag dat je betaald hebt voor je ingekochte producten
Je hebt de volgende producten ingekocht:
- 50 bananen voor €0,50
- 75 appels voor €0,60
- 83 peren voor €0,45
wat is de inkoop waarde
Slide 30 - Slide
Je kunt voorbeelden geven van bedrijfskosten.
Wat geef je uit naast het ingekochte fruit?
Slide 31 - Slide
Je kunt voorbeelden geven van bedrijfskosten.
Wat geef je uit naast het ingekochte fruit? >>> De bedrijfskosten
Slide 32 - Slide
Netto winst VS bruto winst
Brutowinst: wat heb je over als je de inkoopwaarde er vanaf haalt
Nettowinst: wat heb je over als je daarvan je bedrijfskosten afhaalt
Slide 33 - Slide
Netto winst VS bruto winst
De afzet is 30.000 stuks fruit.
De verkoopprijs van dit fruit is: €1,20
De inkoopwaarde = € 9.000
De bedrijfskosten = € 2.500
a. wat is de omzet?
b. wat is de Brutowinst?
c. wat is de Nettowinst?
Slide 34 - Slide
Leerdoelen 5.4
Je kunt uitleggen wat de inkoopwaarde is.
Je weet wat nettowinst is en hoe je deze berekent.
Je weet wat brutowinst is en hoe je deze berekent.
Je kunt voorbeelden geven van bedrijfskosten.
Slide 35 - Slide
Welkom bij Economie
Boek Pen rekenmachine schrift en Chromebook(dicht) op tafel
Slide 36 - Slide
Vandaag
Hoofdstuk 5 bespreken
- Oefentoets maken
Slide 37 - Slide
Leerdoelen 5.1
Je weet wat marketing is.
Je kunt uitleggen wat voor markten er zijn.
Je weet wat aanbod op de markt is en wie voor het aanbod zorgt.
Je weet wat vraag op de markt is en wie voor de vraag zorgt.
Slide 38 - Slide
Leerdoelen 5.2
Je weet wat de inkoopprijs is.
Je weet wat de brutowinstopslag is.
Je kunt de verkoopprijs berekenen.
Je weet wat afzet en omzet is en je kunt de omzet berekenen.
Slide 39 - Slide
Leerdoelen 5.3
Je weet wat btw is.
Je kunt uitleggen waarom de btw een indirecte belasting is.
Je weet wat nettowinst is en hoe je deze berekent.
Je weet wat de consumentenprijs is en hoe je deze berekent.
Je kunt van de consumentenprijs terugrekenen naar de verkoopprijs exclusief btw.
Slide 40 - Slide
Leerdoelen 5.4
Je kunt uitleggen wat de inkoopwaarde is.
Je weet wat nettowinst is en hoe je deze berekent.
Je weet wat brutowinst is en hoe je deze berekent.
Je kunt voorbeelden geven van bedrijfskosten.
Slide 41 - Slide
Consumenten prijs berekenen
inkoopprijs €35,95
brutowinstopslag (45%) +
verkoopprijs
BTW (21%) +
Consumenten prijs
Slide 42 - Slide
Brutowinst Nettowinst
Omzet (afzet x verkoopprijs)
Inkoopwaarde
-
Brutowinst
Bedrijfskosten
-
Netto winst
Slide 43 - Slide
Oefentoets maken
Slide 44 - Slide
More lessons like this
6.3 Hoe maak je winst?
December 2018
- Lesson with
28 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
6.3 Winst of verlies?
November 2018
- Lesson with
26 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
Administratie hst 1 Een bedrijf van dichtbij paragraaf 5 en 6
January 2022
- Lesson with
21 slides
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Omzet & winst
January 2019
- Lesson with
18 slides
by
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
Commercieel H4 | Hoe bepaal je de prijs van artikelen? deel 1
August 2020
- Lesson with
19 slides
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Leerjaar 4 Economie hst 3 Quizzz
September 2022
- Lesson with
15 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Winst of verlies?
January 2019
- Lesson with
22 slides
by
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
economie voor vmbo
leerjaar 4 economie Hst 3 paragraaf 3 Wat wordt de prijs?
November 2018
- Lesson with
14 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4