Herhaling Engelse werkwoorden

Engelse werkwoorden
vervoegen
1 / 13
next
Slide 1: Mind map
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Engelse werkwoorden
vervoegen

Slide 1 - Mind map

Inhoud:
- Leerdoel 
- Herhaling basisregels
- Herhaling Engelse werkwoorden 
- Plenair oefenen
- Zelfstandig werken
- Afsluiten 

Slide 2 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van de les kun je de Engelse werkwoorden vervoegen. 

Slide 3 - Slide

Herhaling basis werkwoorden
PVTT: persoonsvorm tegenwoordige tijd (“Hij verbetert zijn fouten.”)

PVVT: persoonsvorm verleden tijd (“Hij verbeterde zijn fouten.”
VD: voltooid deelwoord (“Hij heeft zijn fouten verbeterd.”)
BN: bijvoeglijk naamwoord (“De verbeterde fouten.”)
OD: onvoltooid deelwoord (“Lopend, spelend, lachend…”)
GW: gebiedende wijs (Loop door, Verbeter de fouten, Kijk uit, Houd afstand, Strik je veters.)




Slide 4 - Slide

Engelse werkwoorden
- Vervoeging net als de Nederlandse werkwoorden.
- De ik-vorm: 
Speechen – speech
Rugbyen – rugby
Let op:
managen 
Stam: manag    -->    ik-vorm: manage 

Slide 5 - Slide

Vervoegingen
Werkwoord: relaxen 

Ik relax, jij relaxt, hij relaxte, zij heeft gerelaxt

Slide 6 - Slide

Dubbele medeklinker 
- In het Nederlands één medeklinker 
Crossen > ik cros
Softballen > softbal

Maar: 
Paintballen > ik paintball (vanwege Engelse uitspraak)


Slide 7 - Slide

Vervoeg het werkwoord: crossen
'Hij heeft het hele weekend...'

Slide 8 - Open question

Vervoeg het werkwoord: streamen
'Jij ... de hele dag door!'

Slide 9 - Open question

Vervoeg het werkwoord: managen
'Hij ... het team ontzettend goed.'

Slide 10 - Open question

Vervoeg het werkwoord: racen
'Waarom ben je niet naar de winkel ...?'

Slide 11 - Open question

Leerdoel
Aan het eind van de les kun je de Engelse werkwoorden vervoegen.

Slide 12 - Slide

Afsluiting

Slide 13 - Slide