This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Waar denk je aan bij Renaissance?
Slide 2 - Mind map
Slide 3 - Video
In welke stad begon volgens dit filmpje, de Renaissance?
A
Rome
B
Venetië
C
Florence
D
Milan
Slide 4 - Quiz
Wat betekent Renaissance?
A
Wedergeboorte (van de Middeleeuwen)
B
Wedergeboorte (van de Prehistorie)
C
Wedergeboorte (van de klassieke Middeleeuwen)
D
Wedergeboorte (van de klassieke Oudheid)
Slide 5 - Quiz
Waarom is het niet zo raar dat de Renaissance in N-Italië begon?
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Welke kunst waardeerden de mensen uit de Renaissance vooral?
A
Uit de Prehistorie
B
Uit de Oudheid
C
Uit de Middeleeuwen
D
Uit de moderne tijd
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Video
Sixtijnse kapel - Michelangelo
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Waarom in Italië? (1)
Veel overblijfselen uit de Romeinse tijd
Door handel: meer geld en contacten met andere culturen (Afrika, Midden-Oosten, Azië)
Genieten van luxe spullen
Slide 22 - Slide
Waarom in Italië? (2)
Rijke Italianen willen kunst (van zichzelf)
Kunstenaars krijgen daarom veel geld
Kunst wordt daardoor steeds beter
Slide 23 - Slide
Anders denken over het leven en de dood
Memento mori (Gedenk te sterven), wordt carpe diem (Pluk de dag)
Mensen gaan meer leven voor het leven nu, en niet voor het leven na de dood
God en geloof blijven heel erg belangrijk, maar het vertrouwen in de kerk wordt minder
Slide 24 - Slide
Kenmerken van de Renaissance-kunst (1)
wedergeboorte van de Griekse- en Romeinse kunst/cultuur
realistisch
veel details
perspectief (weergeven van diepte)
Slide 25 - Slide
Leonardo da Vinci
Homo universalis (Universele mens)
Slide 26 - Slide
Sint-Pietersbasiliek, Rome
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Welke zinnen passen bij de Renaissance en welke bij Middeleeuwen (of beiden?)? 1. Alles draait om geloof 2. Genieten van het leven op aarde 3. Aandacht voor de mens zelf 4. Nadruk op leven na de dood 5. Gotiek met spitse bogen 6. Klassieke zuilen en bogen 7. Bijbelse afbeeldingen 8. Scenes uit Griekse mythologie 9. Weinig perspectief in beelden
Slide 31 - Open question
Zoek op internet een afbeelding van een beeldhouwwerk uit de Renaissance (uploaden). Leg uit waarom het uit de Renaissance komt!
Slide 32 - Open question
Zijn de vier onderzoeksvragen hieronder beschrijvend, verklarend of waarderend? 1. Waarom heeft Rafael filosofen afgebeeld? 2. Was Rafael een groot kunstenaar? 3. Waar is de school van Athene geschilderd? 4. Waarover gaat het schilderij?
Slide 33 - Open question
Wat waren humanisten?
Slide 34 - Open question
Sleep de zinnen in de juiste tijdsvolgorde van vroeger naar later
De drukpers maakte grote aantallen boeken
De Renaissance ontstond in Italie
De Renaissance verspreidde zich in de 16e eeuw over Europa
Ideeen werden sneller verspreid
Slide 35 - Drag question
Wat past NIET bij een humanist?
A
Lezen van klassieke teksten
B
Onderwijs vonden ze niet belangrijk
C
Ze lazen originele teksten van het Oude en nieuwe testament
D
Humanisten waren geleerde mensen
Slide 36 - Quiz
Lees de bron en kies het juiste woord bij de zinnen: 1. Erasmus bewonderde/keek neer op andere monniken 2. Erasmus gaf een negatief/positief beeld van monikken 3. In de bron staan vooral feiten/meningen 4. De bron is objectief/subjectief