P3 - week 2 - Kelsen & Van den Bergh

Leerdoelen deze week
1) Ik kan Dahls opvatting dat democratie een vrije uitwisseling van gedachten en ideeën nodig heeft uitleggen, vergelijken en bekritiseren.


2) Ik kan uitleggen wat de paradox van de bescherming van vrijheid en gelijkheid is, met een voorbeeld van een verbod op politieke partijen die de democratie willen afschaffen.
3) Ik kan uitleggen en evalueren dat volledige vrijheid van meningsuiting volgens Mill in het algemeen belang van de democratie is.
4) Ik kan uitleggen en evalueren dat de vrijheid van meningsuiting in een democratie volgens Parekh moet worden beperkt.


5) Ik kan uitleggen en evalueren dat een democratie volgens Kelsen een antidemocratische partij onmogelijk kan verbieden of uitsluiten.

6) Ik kan uitleggen en evalueren dat het partijverbod volgens Van den Bergh geen schending betekent van de principes van de democratie.





Leerdoelen deze week
Maandag: SO hfst.5 
Bronnen: h.5 DoD, Lessonups, leerdoelensamenvatting
1 / 10
next
Slide 1: Slide
FilosofieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Leerdoelen deze week
1) Ik kan Dahls opvatting dat democratie een vrije uitwisseling van gedachten en ideeën nodig heeft uitleggen, vergelijken en bekritiseren.


2) Ik kan uitleggen wat de paradox van de bescherming van vrijheid en gelijkheid is, met een voorbeeld van een verbod op politieke partijen die de democratie willen afschaffen.
3) Ik kan uitleggen en evalueren dat volledige vrijheid van meningsuiting volgens Mill in het algemeen belang van de democratie is.
4) Ik kan uitleggen en evalueren dat de vrijheid van meningsuiting in een democratie volgens Parekh moet worden beperkt.


5) Ik kan uitleggen en evalueren dat een democratie volgens Kelsen een antidemocratische partij onmogelijk kan verbieden of uitsluiten.

6) Ik kan uitleggen en evalueren dat het partijverbod volgens Van den Bergh geen schending betekent van de principes van de democratie.





Leerdoelen deze week
Maandag: SO hfst.5 
Bronnen: h.5 DoD, Lessonups, leerdoelensamenvatting

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Van den Bergh:
Ja, anti-democratische partijen moeten worden verboden.
Kelsen:
Nee, ook anti- democratische partijen moeten worden toegestaan.
Mill: 
Ja, maar alléén om 'schade' of geweld te voorkomen. Kwetsen moet kunnen.
Parekh: 
Ja, om minderheden te beschermen.
Moet een democratie vrijheidsrechten inperken?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen deze week
1) Ik kan Dahls opvatting dat democratie een vrije uitwisseling van gedachten en ideeën nodig heeft uitleggen, vergelijken en bekritiseren.


2) Ik kan uitleggen wat de paradox van de bescherming van vrijheid en gelijkheid is, met een voorbeeld van een verbod op politieke partijen die de democratie willen afschaffen.
3) Ik kan uitleggen en evalueren dat volledige vrijheid van meningsuiting volgens Mill in het algemeen belang van de democratie is.
4) Ik kan uitleggen en evalueren dat de vrijheid van meningsuiting in een democratie volgens Parekh moet worden beperkt.


Slide 3 - Slide

1) Van den Berg: ook bij Mill staan uitwisselen van ideeën op zoek naar waarheid en zelfontplooiing centraal. + pluraal stemrecht om onwetendheid niet te laten winnen van intelligentie. 

2) Wat wijst erop? Uitsluiten van minderheden? Disrespect voor de rechtstaat? 

3)  

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Vandaag
  • Toetsbespreking
  • Planning: leerdoelenkaart
  • Intro H5
  • bespreken leerdoelen 1 t/m 2.2
  • Mills antwoord
Moet een democratie antidemocratische partijen toestaan?

Antwoord is afhankelijk van je opvatting over de kern van de democratie.

Kelsen: meerderheidsbeginsel + relativisme 
Dus het is ondemocratisch om partijen te verbieden.

Van den Bergh: vrije uitwisseling + mogelijkheid tot zelfcorrectie
Dus je kan partijen verbieden als ze antidemocratisch zijn.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
  • Toetsbespreking
  • Planning: leerdoelenkaart
  • Intro H5
  • bespreken leerdoelen 1 t/m 2.2
  • Mills antwoord
Democratie gaat uit van een relativistische wereldbeschouwing: we kunnen onmogelijk een absolute waarheid kennen. 

Dus...
Alle opvattingen in een samenleving zijn gelijkwaardig.
En...het meerderheidsbeginsel is leidend.

Een echte democraat erkent dat democratie misschien niet de beste staatsvorm is.
Hans Kelsen 1881-1973

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
  • Toetsbespreking
  • Planning: leerdoelenkaart
  • Intro H5
  • bespreken leerdoelen 1 t/m 2.2
  • Mills antwoord
“Men moet trouw blijven aan zijn vlag, zelfs wanneer het schip zinkt; en in de diepte kan men alleen maar de hoop meenemen dat het ideaal van vrijheid onverwoestbaar is en dat hoe dieper het schip zinkt, des te hartstochtelijker het ideaal op zal leven.”
Hans Kelsen (1881-1973)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
  • Toetsbespreking
  • Planning: leerdoelenkaart
  • Intro H5
  • bespreken leerdoelen 1 t/m 2.2
  • Mills antwoord
Tegen Kelsen: democratie is meer dan gelijkheid en het meerderheidsbeginsel.

Kern van de democratie:
1) Onderling ideeën uitwisselen staat centraal. 
2) En er moet altijd de mogelijkheid zijn beslissingen terug te draaien: mogelijkheid tot zelfcorrectie

Antidemocratische partijen gaan in tegen beide principes en kunnen dus verboden worden in een democratie (zonder dat die democratie daarmee ondemocratisch wordt).
Georg van den Berg 1890-1966

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
  • Toetsbespreking
  • Planning: leerdoelenkaart
  • Intro H5
  • bespreken leerdoelen 1 t/m 2.2
  • Mills antwoord
Zou Mill meer in de lijn van Kelsen of Van den Bergh liggen?

Wanneer is een partij of vereniging antidemocratisch?

Is een wet die antidemocratische partijen verbiedt de oplossing om democratieën te redden?  


Denkvragen
> Lees p.151 t/m 156 en maak de leerdoelensamenvatting.

Slide 9 - Slide

1) Van den Berg: ook bij Mill staan uitwisselen van ideeën op zoek naar waarheid en zelfontplooiing centraal. + pluraal stemrecht om onwetendheid niet te laten winnen van intelligentie. 

2) Wat wijst erop? Uitsluiten van minderheden? Disrespect voor de rechtstaat? 

3) Staat vaak niet in programma. Noodzaak maar niet voldoende?  
Leerdoelen deze week
1) Ik kan Dahls opvatting dat democratie een vrije uitwisseling van gedachten en ideeën nodig heeft uitleggen, vergelijken en bekritiseren.


2) Ik kan uitleggen wat de paradox van de bescherming van vrijheid en gelijkheid is, met een voorbeeld van een verbod op politieke partijen die de democratie willen afschaffen.
3) Ik kan uitleggen en evalueren dat volledige vrijheid van meningsuiting volgens Mill in het algemeen belang van de democratie is.
4) Ik kan uitleggen en evalueren dat de vrijheid van meningsuiting in een democratie volgens Parekh moet worden beperkt.


5) Ik kan uitleggen en evalueren dat een democratie volgens Kelsen een antidemocratische partij onmogelijk kan verbieden of uitsluiten.

6) Ik kan uitleggen en evalueren dat het partijverbod volgens Van den Bergh geen schending betekent van de principes van de democratie.

Huiswerk maandag:
Lees p.159 t/m 167
Maak de leerdoelensamenvatting 7 t/m 8.5 (magister.me)





Huisw
Leerdoelen deze week

Slide 10 - Slide

This item has no instructions