§ 2.1 Voedsel in de Verenigde Staten

1 / 35
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welkom allemaal

Pak je Chromebook / Laptop log in op LessonUp
Pak je aantekeningenschrift + pen
Open je leerboek blz 24+25
Open je werkboek §2.1

Mobiele telefoons UIT en IN je Tas !!
timer
1:00

Slide 2 - Slide

Telefoon UIT en 
in ETUI
Mobiele telefoon staat UIT

Bij gebruik ( stiekem ) word je verwijderd uit de les 
en kun je deze 2x in je eigentijd inhalen 

Slide 3 - Slide

Blz 24+25       § 2.1 Landschap en Landbouw in de VS

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Opschrijven in je werkmap
§ 2.1 Landbouw en voedsel in de VS

Basis begrippen / Sleutelwoorden: Intensieve veeteelt, extensieve veeteelt, Reliëf, Kustvlakte, Laagvlakte, Middelgebergte, Hooggebergte, Loefzijde, Lijzijde, Irrigatie

Slide 6 - Slide

Wie gaat er lezen blz 24+25

Slide 7 - Slide

Wat is een hooggebergte?
A
Een gebied dat regelmatig overstroomt door rivieren.
B
Een gebied met hoge bergen en steile hellingen. Hoger dan 1500 meter
C
Een gebied met glooiende heuvels en weinig hoogteverschillen.
D
Een vlak gebied zonder enige vorm van reliëf.

Slide 8 - Quiz

Wat is een kustvlakte?
A
Een gebied dat regelmatig overstroomt door rivieren.
B
Een bergachtig gebied in de buurt van de kust.
C
Een vlak gebied langs de kust.
D
Een gebied met veel reliëf en steile hellingen.

Slide 9 - Quiz

Wat betekent reliëf?
A
Een vlak gebied zonder enige vorm van reliëf.
B
De vorming van bergen door tektonische plaatbewegingen.
C
De hoogteverschillen in het landschap.
D
Het proces van erosie en sedimentatie.

Slide 10 - Quiz

Wat is de definitie van extensieve veeteelt?
A
Een vorm van veeteelt waarbij alleen vrouwelijke dieren worden gehouden.
B
Een vorm van veeteelt waarbij op een klein oppervlakte veel dieren worden gehouden.
C
Een vorm van veeteelt waarbij dieren vrij kunnen rondlopen in de natuur.
D
Een vorm van veeteelt waarbij op een groot oppervlakte weinig dieren worden gehouden.

Slide 11 - Quiz

Wat is de definitie van intensieve veeteelt?
A
Een vorm van veeteelt waarbij op een groot oppervlakte weinig dieren worden gehouden.
B
Een vorm van veeteelt waarbij dieren vrij kunnen rondlopen in de natuur.
C
Een vorm van veeteelt waarbij op een klein oppervlakte veel dieren worden gehouden.
D
Een vorm van veeteelt waarbij alleen vrouwelijke dieren worden gehouden.

Slide 12 - Quiz

Opschrijven in je werkmap
R :  Je kunt het verschil tussen Intensieve veeteelt en extensieve veeteelt
T1 : Je kunt aan de hand van een afbeelding het klimaat aflezen
T2 : Je kunt uitleggen waarom het achter de bergen droger is
I : Je kunt uitleggen waarom klimaat invloed heeft op landbouw producten / gewassen

Slide 13 - Slide

Intensieve veeteelt
(machines)
Extensieve veeteelt
( zonder machines)

Slide 14 - Slide

Intensieve landbouw
met machines
Extensieve landbouw
zonder machines - zelfvoorzienend

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Loefzijde
In de wind ( nat)
Lijzijde
Uit de wind ( droog )

Slide 17 - Slide

Wat betekent 'lijzijde' in het Nederlands?
A
In de wind (nat)
B
Met de wind mee
C
In de zon
D
Uit de wind (droog)

Slide 18 - Quiz

Wat betekent 'loefzijde' in het Nederlands?
A
In de wind (nat)
B
In de schaduw
C
Tegen de wind in
D
Uit de wind (droog)

Slide 19 - Quiz

Gebergte in de VS

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Wat is hooggebergte?
A
Hooggebergte is een gebied met hoge bergen. Hoger dan 1500 meter
B
Hooggebergte is een vlak gebied.
C
Hooggebergte is een gebied zonder bergen.
D
Hooggebergte is een gebied met middelhoge bergen.

Slide 22 - Quiz

Wat is middelgebergte?
A
Middelgebergte is een gebied met laagland.
B
Middelgebergte is een gebied met middelhoge bergen 500 tot 1500 meter
C
Middelgebergte is een gebied zonder bergen.
D
Middelgebergte is een gebied met zeer hoge bergen.

Slide 23 - Quiz

Wat is laagland?
A
Laagland is een gebied met een hoge hoogteligging.
B
Laagland is een gebied met een lage hoogteligging lager dan 200 meter
C
Laagland is een bergachtig gebied.
D
Laagland is een woestijnachtig gebied.

Slide 24 - Quiz

Schrijf op in je map

Laag land
Heuvel land
Middel gebergte
Hoog gebergte



0 tot 200 meter
200 tot 500 meter
500 tot 1500 meter
1500 meter en hoger

Slide 25 - Slide

Klimaat in de VS

Slide 26 - Slide

Wat is Intensieve veeteelt ?
A
Vee dat intensief is
B
Grootschalige veeteelt met machines
C
Heel veel planten met machines
D
Weinig vee

Slide 27 - Quiz

Wat is extensieve veeteelt
A
Dat zijn kleine zelf voorzienende boeren
B
Dat zijn grote boerderijen
C
Dat zijn Kinderboerderijen
D
Dat zijn een soort huisdieren

Slide 28 - Quiz

Wat is loefzijde ?
A
Dat is wind van zee
B
Dat is de kant van een berg in de wind
C
Dat is de kant van een berg uit de wind
D
Dat is de regenschaduw

Slide 29 - Quiz

Wat is de lijzijde ?
A
Dat is de windrichting naar het oosten ?
B
Dat is de kant van een berg uit de wind
C
Dat is de regenschaduw
D
Dat is de kant van een berg met regen

Slide 30 - Quiz

Wat is laagland ?
A
Dat is land tussen 200 en 500 meter
B
Dat is land tussen 500 en 1500 meter
C
Dat is land tussen 1500 meter en hoger
D
Dat is land tussen 0 en 200 meter

Slide 31 - Quiz

Wat is Reliëf ?
A
Dat zijn hoogte verschillen in het landschap
B
Hiermee worden bergen bedoeld
C
Dit zijn heuvels in het landschap
D
Dit zijn Terpen

Slide 32 - Quiz

Wat is hoog gebergte ?
A
Dat zijn hoge bergen tussen 500 en 1500 meter
B
Dat zijn hoge bergen tussen 1500 meter en hoger
C
Dat zijn bergen die hoog zijn
D
Dat zijn bergen tussen 0 en 500 meter

Slide 33 - Quiz

Maak de start  opdrachten 
1 t/m 4 in je werkboek blz 26
Maak de opdrachten 1 tot 7 in je werkboek blz 27 § 2.1

Slide 34 - Slide

Wat hebben we vandaag geleerd ?

Slide 35 - Mind map