Zoek van elk dikgedrukt woord de betekenis op in de leertekst van paragraaf 2.1.
Zelfstandig en in stilte. Werk deze opdracht uit in je schrift.
Lees de tekst van paragraaf 2.1 (leerboek p. 30-31). Gebruik eventueel de begrippenlijst H2
(leerboek p. 47).
10 minuten
Je kunt de betekenis geven van alle dikgedrukte begrippen uit paragraaf 2.1.
Maak opdracht 3ab (niet 3c) en 4 van paragraaf 2.1 (werkboek p. 38)