week 39 aanwijzend vnw, + voorwerpen in huis en de klas

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • mirar el SO
  • corregir los deberes
  • practicar comparativos
  • pronombre demostrativo
  • objetos de casa y de la clase


Jueves, 26 de septiembre
1 / 17
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • mirar el SO
  • corregir los deberes
  • practicar comparativos
  • pronombre demostrativo
  • objetos de casa y de la clase


Jueves, 26 de septiembre

Slide 1 - Slide

Wout
Lewis
Simone
Aïden

Slide 2 - Slide

SO - aandachtspunten
  • Me como
  • Llevo una camiseta de verde
  • Bijvoeglijke naamwoorden mnl/vr/meervoud
  • Bijvoeglijke naamwoorden staan achter het zelfst. nw
  • gusta/gustan en encanta/encantan
  • Bij gustar en encantar ALTIJD: me, te, le, nos, os, les ervoor!!!

Slide 3 - Slide

Maak de volgende sleepvragen zonder in je woordenlijst te kijken!

Slide 4 - Slide

groot
hard
zacht
rechthoekig
klein
rond
vierkant
rectangular
grande
blando
redondo
pequeño
cuadrado
duro

Slide 5 - Drag question

duro
redondo
cuadrado
blando
pequeño
rectangular
grande

Slide 6 - Drag question

grande
duro
blando
rectangular
pequeño
redondo
cuadrado
zacht
vierkant
klein
rond
rechthoekig
hard
groot

Slide 7 - Drag question

madera
papel
plástico
cristal
cuero
metal

Slide 8 - Drag question

papel
metal
cristal
cuero
madera
plástico
papier
glas
leer
hout
plastic
metaal

Slide 9 - Drag question

hout
leer
metaal
plastic
papier
glas

Slide 10 - Drag question

Corregir
Leren: 2.1 en 2.2
maken: LE ej. 1.2, 1.3, 1.5 1.6

Slide 11 - Slide

A practicar un poco más
Ejercicio 5:
Con ayuda de tu lista de vocabulario. Haz 5 comparaciones. 
Comunicación
LA: pág. 17

Slide 12 - Slide

Aanwijzend voornaamwoord in het Spaans.
Wat heb je daarover geleerd?

Slide 13 - Slide

Aanwijzend voornaamwoord in het Spaans. 
aquí
ahí
allí
afstand 
tot 
spreker
enkelvoud
meervoud
MNL.
VR.
VR.
MNL.
este
ese
aquel
esta
esa
aquella
estos
esos
aquellos
estas
esas
aquellas

Leerdoel: aanwijzend voornaamwoord

Slide 14 - Slide

Waar moet je op letten:
  • Het aanwijzend voornaamwoord richt zich naar het zelfstandig naamwoord wat erachter staat. Is dit vrouwelijk of meervoud, dan verandert het dus. Vb: este libro, esta casa, estos libros, estas casas
  • Let goed op of de volgende woorden in de zin staan: aquí (hier), ahí (daar), allí (daarginds, ver weg). Hieraan kan je zien welk aanwijzend vnw. je moet gebruiken. 
  • esto/eso/aquello gebruik je als je niet naar een specifiek zelfstandig naamwoord verwijs. Het wordt dus algemeen gebruikt. ¿Qué es eso? Wat is dat?

Slide 15 - Slide

Ejercicio 1 y 2
LA: pág. 18
Gramática
Leerdoel: aanwijzend voornaamwoord

Slide 16 - Slide

Rellena la lista de vocabulario 2.4
Ejercicio 1, 2, 3
LA: pág. 20
Palabra por palabra
Deberes:
leren 2.3 en 2.4
leren aanwijzend vnw.
maken LE: ej. 1.15, 1.16, 1.17
Leerdoel: en casa/en la clase

Slide 17 - Slide