This lesson contains 21 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Nederlands - V1A
Leg klaar: boek, schrift, pen
Slide 1 - Slide
Lesprogramma
1. Lezen (10')
2. Huiswerk nakijken (5')
3. Theorie woordraadstrategieën (15')
4. Opdrachten (20')
5. Plenda (5')
Slide 2 - Slide
Je leest een tekst en komt een woord tegen dat je niet begrijpt, hoe kom je dan achter de betekenis van dat woord?
Slide 3 - Mind map
Je leest een tekst en komt een woord tegen dat je niet begrijpt, hoe kom je dan achter de betekenis van dat woord?
Overleg 2 minuten met je buurman/buurvrouw.
timer
2:00
Slide 4 - Slide
Voorbeeld woordraadstrategie 1
We gingen naar de opticien om een nieuwe bril uit te zoeken. In de brillenwinkel was er veel keuze.
Slide 5 - Slide
woordraadstrategie 1:
Zoek een synoniem
Een synoniem zoeken in de zin, of in de zin ervoor of erna, is een woordraadstrategie om zinnen en teksten beter te begrijpen!
We gingen naar de opticien om een nieuwe bril uit te zoeken. In de brillenwinkel was er veel keuze.
Slide 6 - Slide
SYNONIEM - voorbeelden
zelfstandig = ?
chaos = ?
boete = ?
liegen = ?
schrijver = ?
Slide 7 - Slide
Voorbeeld woordraadstrategie 2
Sommige Nederlanders emigreren. Ze verhuizen naar een ander land, vaak Amerika, omdat ze hopen dat ze daar beroemd worden.
Slide 8 - Slide
Woordraadstrategie 2:
Zoek eenomschrijving of definitie
Mijn dochter is dol op sushi maar mijn zoon houdt niet zo van die Japanse rijstrolletjes met vis en groenten.
Slide 9 - Slide
Zoek de omschrijving
De zanger wilde niet optreden, omdat hij een minuscule spin op het podium had zien lopen. Om dat ene ontzettend kleine beestje ging het concert dus niet door.
Slide 10 - Slide
De zanger wilde niet optreden, omdat hij een minuscule spin op het podium had zien lopen. Om dat ene ontzettend kleine beestje ging het concert dus niet door.
Slide 11 - Slide
Voorbeeld woordraadstrategie 3
Attractieparken als Slagharen en de Efteling ontvangen ieder jaar miljoenen bezoekers.
Slide 12 - Slide
Woordraadstrategie 3:
Zoek naar voorbeelden in de zin
Let op signaalwoorden:
bijvoorbeeld, zo, zoals, als, denk aan, ...
Attractieparken als Slagharen en de Efteling ontvangen ieder jaar miljoenen bezoekers.
Slide 13 - Slide
Voorbeeld woordraadstrategie 4
De hapjes waren lekker hartig, maar de soep smaakte erg flauw.
Slide 14 - Slide
Woordraadstrategie 4:
Zoek een tegenstelling
De hapjes waren lekker hartig, maar de soep smaakte erg flauw.
Let op signaalwoorden zoals maar, toch, daarentegen, ...