Example of how to read a dictionary
1. Het woord dat je moet opzoeken.
2. De uitspraak van het woord.
3. Het aantal woordsoorten wordt aangeven, in dit geval 2, zowel een zelfstandig naamwoord als een werkwoord.
4. Woordsoort zoals bijvoorbeeld zelfstandig nw, werkwoord, bijvoeglijk naamwoord.
5. Hier vul je het woord in dat je hebt opgezocht.
6. Voorbeelden in het Engels worden schuingedrukt.