Deze houding paste niet in het Nederlandse beeld van de ‘witte man die een zorgzame vader was voor het weerloze Indonesische kind’. De Nederlandse overheid zou ook nu weer snel overgaan tot de onderdrukking van de nationalistische ideeën van Soekarno en Hatta.
Soekarno werd in 1929 met enkele honderden medestanders opgepakt. Als teken van goede wil liet de gouverneur-generaal Soekarno na een jaar weer vrij. Hij hoopte dat met Soekarno’s vrijlating de gemoederen in de kolonie zouden bekoelen. Maar het mocht niet baten.
Strenge onderdrukking zou nodig blijven tot aan 1942. De relatie tussen de Indonesische bevolking en de Nederlanders verslechterde hierdoor aanzienlijk. Het gevolg zou zijn dat Nederlanders en Indonesiërs steeds vaker gesegregeerd van elkaar leefden.
Segregatie is het gedwongen gescheiden houden van twee bevolkingsgroepen.