heb je de leerstof van grammatica woordsoorten herhaald.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
This lesson contains 12 slides, with text slides.
Items in this lesson
Welkom 3HD
: )
Maandag
Planning van dit uur
Uitleg afwezigheid
Planning komende tijd
Nieuw leesboek: uitleg volgt morgen
Huiswerk bespreken
Uitleg grammatica woordsoorten
Individueel werken
Aan het einde van deze les
heb je de leerstof van grammatica woordsoorten herhaald.
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Leesboek uitkiezen
Voor fictie-opdracht 3: mindmap
Laatste van drie fictie-opdrachten (boekverslag, creatieve opdracht, mindmap)
Eisen boek: één young-adultboek en twee volwassenenboeken, waarvan één boek een novelle mag zijn (korter dan honderd bladzijden) en één boek een vertaling
Een boek uit de mediatheek
Groene stip (young-adultboek)
Volwassenenboek
Een boek uit de bibliotheek
D-boek (young-adultboek)
Volwassenenboek
Een boek van thuis
Laat het boek door mij checken
Let op! Je mag van elke schrijver maar één boek lezen.
Laat het boek door mij goedkeuren. Doe je dat niet en lever je een opdracht in met een verkeerd boek? Dan heb je een 1. Je kiest dan een nieuw boek, maakt een nieuwe opdracht en dit cijfer wordt gemiddeld met die 1.
Slide 4 - Slide
Huiswerk bespreken
timer
5:00
Wat
Huiswerk bespreken (opdracht 8 t/m 11 van 3.8 Grammatica woordsoorten)
Hoe
Klassikaal
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt
Tijd
Ongeveer tien minuten
Uitkomst
Deze leerstof komt terug op de testweektoets
Klaar
Hierna gaan we verder met de les
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Voegwoord
verbindt twee zinsdelen
verbindt twee hoofdzinnen van een samengestelde zin (nevenschikking)
verbindt de hoofdzin en bijzin van een samengestelde zin (onderschikking): omdat, toen, hoewel, sinds, als
dat en of komen vaak voor in combinatie met de werkwoorden denken, hopen, weten en vragen
Slide 7 - Slide
Hoe vind ik het voegwoord?
Maak twee losse zinnen van de samengestelde zin
Verander de woordvolgorde van de zinnen iets
Het voegwoord blijft over
Voorbeeld: Omdat ik veel huiswerk heb, ga ik meteen beginnen.
Zin 1: Ik ga meteen beginnen. Zin 2: Ik heb veel huiswerk.
Voegwoord: omdat
Slide 8 - Slide
Bijwoord
Woord dat een tijd, plaats of hoeveelheid aangeeft, of zegt hoe vaak of hoe iets gebeurt
Categorieen: bijwoorden van tijd (gisteren), ontkenning (niet), hoeveelheid (compleet), graad (heel), frequentie (altijd), plaats (hier), richting (links) + uitzonderingen (ook, natuurlijk, gelukkig, helaas, bijvoorbeeld)
Bijwoord kan iets over een ander woord zeggen, bijvoorbeeld over een bijvoeglijk naamwoord, werkwoord of ander bijwoord
Vraagwoorden die geen vragende voornaamwoorden zijn
Slide 9 - Slide
Verschil bijwoord / bijvoeglijk naamwoord
Sommige woorden kunnen én als bijwoord én als bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt
De verschillen
Bijvoeglijk naamwoord
Bijwoord
- hoort bij een zelfstandig naamwoord
- verandert van vorm als het lidwoord en het zelfstandig naamwoord daarom vragen het goede boek - het boek is goed
- hoort juist niet bij een zelfstandig naamwoord
de jongen zingt mooi
- verandert nooit van vorm
de erg mooie auto
Slide 10 - Slide
Individueel werken
timer
5:00
Wat
Pak het schema van ontleden woordsoorten erbij (pagina 254 in je boek)
Maak opdracht 12 t/m 15 + 17 van 3.8 Grammatica woordsoorten
Hoe
Eerst vijf minuten individueel, daarna fluisterend overleggen als dat nodig is
Hulp
Schema woordsoorten + steek je vinger op, dan kom ik langs
Tijd
Tot het einde van de les
Uitkomst
Deze leerstof komt terug op de repetitie
Klaar
Lees in je leesboek
Slide 11 - Slide
Samenvatting van de les
Jij
hebt de leerstof van grammatica woordsoorten herhaald.
Huiswerk
Pak het schema van ontleden woordsoorten erbij (pagina 254 in je boek)
Maak opdracht 12 t/m 15 + 17 van 3.8 Grammatica woordsoorten
Vrijdag: neem een leesboek mee (morgen krijg je verdere uitleg over de eisen)