3.4 Geloof, tolerantie en onderzoek

De Republiek in de Gouden Eeuw


3.4 Geloof, tolerantie en onderzoek
1 / 28
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

De Republiek in de Gouden Eeuw


3.4 Geloof, tolerantie en onderzoek

Slide 1 - Slide

Vorige  les
Hadden we het over de Nachtwacht.

En de les daar voor?

Slide 2 - Slide

Hoe heet het Fort waar de slaven in Afrika naar toe werden gebracht?
A
Fort van Boyard
B
Fort Elmina
C
Fort Napoleon
D
Fort el Surinamo

Slide 3 - Quiz

Welke (tijds)volgorde is juist?
A
VOC - WIC - Oostzeehandel
B
Oostzeehandel - VOC - WIC
C
Oostzeehandel - WIC - VOC
D
VOC - Oostzeehandel - WIC

Slide 4 - Quiz

Welke Nederlander werd bekend omdat hij een zilvervloot van de Spanjaarden had gekaapt?

Slide 5 - Open question

Wat is het verschil tussen een kaper en een piraat?

Slide 6 - Open question

Driehoekshandel WIC
Textiel en wapens
Slaven
Suiker, katoen en tabak

Slide 7 - Drag question

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen hoe vrijheid van denken leidde tot meer wetenschap.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Geloof en tolerantie
  • Calvinistische kerk in Nederland.

  • Tolerantie: het accepteren van andersdenkenden.

  •  Katholiek, protestants of het joodse geloof.

  • Geen bestuurders die zei wat men moest geloven. 

  • Schuilkerken: 'Ons Lieve Heer op Solder'.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Handel en tolerantie
  • Joodse vluchtelingen uit Antwerpen mochten wél een synagoge bouwen (zij namen veel geld en kennis mee).

  • Dit is een voorbeeld van tolerantie uit belangen.

  • Tolerantie kwam voort uit economische en politieke belangen. 

Slide 12 - Slide

Wetenschap
  • Voor rijke inwoners van de Republiek was het mogelijk om te gaan studeren aan universiteiten.

  • Wetenschappers delen kennis en de resultaten van hun onderzoeken.

  • Bekende Nederlandse wetenschappers waren Christiaan Huygens en Antoni van Leeuwenhoek.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

De Nederlander Christiaan Huygens
A
Maakte de telescoop nog beter!
B
Ontdekte Saturnus en Mars
C
Ontdekte de ringen om Saturnus
D
Ontdekte buitenaards leven

Slide 15 - Quiz

Vrijheid
  • In de Republiek was meer vrijheid en tolerantie dan in andere landen.

  • De bestuurders van de Republiek vertelden de mensen niet hoe ze moesten leven of welke godsdienst ze moesten aanhangen.

  • Veel geleerden konden in de Republiek (meestal) schrijven wat ze wilden, zonder gevaar te lopen

Slide 16 - Slide

Rationalisme
Wetenschappers vertrouwden op hun eigen verstand in plaats van het geloof.

Rationalisme:  alleen het gebruik van het menselijk verstand (ratio) kan tot zinnige kennis leiden. 

Slide 17 - Slide

De wetenschappelijke revolutie
  • Geleerden hadden altijd de teksten van de Bijbel en Aristoteles geloofd.

  • In de 17e eeuw ontdekte geleerden door onderzoek dat dit niet altijd klopte.

  • Door proeven en waarnemingen te doen ontstonden natuurwetenschappelijke ontdekkingen.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Waarom past Huygens goed bij de wetenschappelijke revolutie?
A
Hij vond dingen uit
B
Hij was wiskundig en slim
C
Hij vertrouwde op waarnemingen
D
Hij filosofeerde vaak

Slide 20 - Quiz

Wat was een schuilkerk?
A
Een kerk waar je in kunt schuilen bij slecht weer.
B
Een "geheime" kerk.
C
Een " geheime" kerk voor de adel van de samenleving.
D
Een kerk voor protestanten.

Slide 21 - Quiz

Wat betekent het begrip 'Tolerantie'?

Slide 22 - Open question

Wat is rationalisme?
A
Vertrouwen op je verstand
B
Liefde voor het vaderland
C
De standenmaatschappij
D
Tegen religie zijn

Slide 23 - Quiz

Wie ontdekte de microscoop?
A
Hugo de Groot
B
Antoni van Leeuwenhoek
C
Piet Hein
D
Christiaan Huygens

Slide 24 - Quiz

Begrippen uit deze les
Schuilkerk
Tolerantie
Wetenschap
Rationalisme
Wetenschappelijke Revolutie

Slide 25 - Slide

Personen uit deze les

  • Johan Maurits van Nassau
  • Antoni van Leeuwenhoek
  • Christiaan Huygens
  • Baruch de Spinoza

Zorg dat je de belangrijke historische personen kent

Slide 26 - Slide

Lezen paragraaf 3.4
Open je boek op blz. 68 en 69

Slide 27 - Slide

HW voor de volgende les
1. Maken opdracht 2, 3, 8 en 9
Voor de volgende geschiedenisles na de vakantie (zie SOM).

Slide 28 - Slide