Quiz Middeleeuwen

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Waardoor werd er in de late Middeleeuwen meer handel gedreven?

1. Het was veilig. Mensen durfde te reizen.
2. Doordat er geld werd gebruikt.
3. Overschotten van de oogst worden verkocht.
4. Niet iedereen moest boer zijn.

Zet de iconen en jaartallen op de juiste plek op de tijdlijn

Begin

Eind

|

|

|

1000

500

1500

Monniken en Ridders

Steden en Staten

Waar ontstonden de eerste dorpen/steden?

1. Bij kloosters en burchten
2. Bij rivieren
3. Waar wegen samen komen tot kruispunten
4. Alle antwoorden zijn goed

Kies 1 van de locaties waar dorpen/steden ontstonden en leg uit waarom nou juist op deze plek een dorp of een stad kon ontstaan.

Wat is een Leenheer?

1. Een ridder van het gebied
2. Een koning van het gebied
3. Een boer van het gebied
4. Een monnik van het gebied

Wat was geen reden voor een stad om stadsrechten te vragen?

1. een hekel hebben aan de landheer
2. een stadsmuur willen bouwen
3. een eigen bestuur willen.

Bij welk begrip past deze afbeelding?

1. Gilde
2. Ambacht
3. Stadsrechten
4. leenheer

Bij welk begrip past deze afbeelding?

1. Stadsrechten
2. leenheer
3. Belasting
4. Hanze

Welk stadsrecht zie je op de afbeelding?

Waarom brak er in de Middeleeuwen gemakkelijk brand uit in steden?

1. De huizen waren voornamelijk van hout
2. Brandstichters konden hiermee weg komen
3. De huizen waren voornamelijk van steen
4. De mensen woonde heel dicht op elkaar

Wat betekend het begrip: Ambacht

1. Producten met machines maken
2. Producten met de hand maken
3. Producten maken met gereedschap

Welke ambacht zie jij op de afbeelding?

Bij welk begrip past de volgende omschrijving: Een vereniging van dezelfde ambachten

1. Bakker
2. Ambacht
3. Gilde
4. Hanzeverbond

Welk voordeel had het om lid zijn van een Gilde? Noem er (1)

Bij welk begrip past de volgende omschrijving:

een samenwerkingsverband tussen steden die elkaar helpen bij de handel

1. Ambachtelijk
2. Gilde
3. Ganzeverbond
4. Hanzeverbond

Waar of niet waar?

Het Hanzeverbond was slecht voor de handelaren er kon weinig verdient worden

1. waar
2. niet waar

Welk gevolg van de handel zie je op de afbeelding? Leg uit wat er gebeurde in Europa en wat dit persoon is.

Wie is de baas van de katholieke kerk?

1. Monnik
2. Priester
3. Bisschop
4. Paus

Bij welk begrip past deze afbeelding het best?

1. bisdom
2. kathedraal
3. kloosterschool
4. beschermheilige

Sleep de woorden naar de juiste kolom:

De Vroege Middeleeuwen (500-1000)

Tijdvak: 

Monniken & Ridders

De Late Middeleeuwen (1000-1500)

Tijdvak: 

Steden & Staten.

Het feodalisme

Engeland krijgt een Parlement en Frankrijk een Staten-Generaal (volksvertegenwoordidiging).

de Bourgondische Nederlanden

Keizer Karel de Grote (Frankische Rijk)

Het leenstelsel

de Investituurstrijd

staatsvorming en centralisatie

Filips de Goede

Wat veranderde er op politiek gebied in de late Middeleeuwen?

1. Koningen gingen centraliseren (centraal bestuur)
2. Het Feodalisme (leenstelsel) kwam op
3. Steden verdwenen
4. De Adel kreeg MEER macht

Wat was geen gevolg van de verstedelijking in de late middeleeuwen?

1. de samenleving werd minder theocentrisch
2. kloosters werden massaal leeggeroofd
3. er ontstonden stadsscholen
4. het feodale stelsel brokkelde af

Wat was geen oorzaak van de bevolkingsgroei in de late middeleeuwen?

1. ontginningen
2. grotere oogsten
3. drieslagstelsel
4. opkomende handel

De Late Middeleeuwen duurden van....

1. 500-1500 v. Chr.
2. 500-1500 n Chr.
3. 1000-1500 v Chr.
4. 1000-1500 n Chr.