H3.1 IJs, water & waterdamp

Welkom!
Wat gaan we vandaag dit lesuur doen:
  • Algemene informatie voor NT
  • Uitleg 3.1  Water en waterdamp
  • Pak alvast je boek, schrift en een pen!
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Wat gaan we vandaag dit lesuur doen:
  • Algemene informatie voor NT
  • Uitleg 3.1  Water en waterdamp
  • Pak alvast je boek, schrift en een pen!

Slide 1 - Slide

Algemeen
  • planner staat in Teams --> gedeeld --> mapje studiewijzer
  • huiswerk in je schrift
  • nakijken (boekje staat in Teams)
  • alle opdrachten maken
  • als je opdracht niet snapt, neem over uit antwoordenboekje en markeer met sterretje 

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag leren?
Vandaag gaan we leren:
  • Wat de drie fasen van water zijn. 
  • Je kunt uitleggen wat de deeltjes water in elke fase doet. 

Slide 3 - Slide

Water
We gaan het hebben over de stof WATER

Wie weet in welke "vormen" water kan voorkomen?
Deze vormen noemen we fases

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

     Vast, vloeibaar en gasvormig
Water komt dus voor in drie fases:
  • ijs --> vast (s)   solid                
  • water --> vloeibaar (l) liquid
  • waterdamp --> gas (g) gas

Welke fases zie je op de foto?
Als water van de ene fase overgaat naar de andere fase noemen we dat een FASE OVERGANG

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

3 fases en 6 fase-overgangen!
Wat is nu eigenlijk het verschil?

Fases: vast, vloeibaar, gas
Faseovergangen:  smelten, verdampen, stollen etc. Letterlijk de overgang van de ene naar de andere fase.


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Het deeltjesmodel
Iedere stof is opgebouwd uit deeltjes --> moleculen
Deeltjes (moleculen) zijn altijd in beweging! Ook in de vaste fase. 

In de vaste fase trillen ze op een eigen, vaste plaats. Daarom heeft de vaste fase een vaste vorm.

 In de vloeibare fase bewegen moleculen ook nog eens door elkaar heen.  
In de gasfase bewegen de moleculen nog veel meer en benutten ze de hele ruimte.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wat hebben we vandaag geleerd?
  • Ik kan nu de drie fases van water noemen
  • Ik kan uitleggen hoe de watermoleculen in elke fase bewegen. 
  • Ik weet welke fase-overgangen er zijn

Slide 13 - Slide

Vraag 1: Welke drie fasen kan water hebben?
A. Vloeibaar, gasvormig, vast
B. Vloeibaar, plasma, gasvormig
C. Vloeibaar, olie, ijs
D. Gasvormig, vloeibaar, zuurstof

Vraag 2: Hoe bewegen de watermoleculen in ijs (vaste fase)?
A. Ze trillen op hun plek, maar blijven dicht bij elkaar
B. Ze bewegen snel door elkaar heen
C. Ze zweven los in de lucht
D. Ze botsen continu en verspreiden zich

Slide 14 - Slide

Vraag 3: Welke fase-overgang is het smelten van ijs?
A. Vast → vloeibaar
B. Vloeibaar → gasvormig
C. Gasvormig → vloeibaar
D. Vast → gasvormig

Vraag 4: Welke fase-overgang is verdamping van water?
A. Vloeibaar → gasvormig
B. Gasvormig → vloeibaar
C. Vloeibaar → vast
D. Vast → vloeibaar

Slide 15 - Slide

Aan de slag!
Ga aan de slag, wat niet af is is huiswerk:
  • de opdrachten 1 tm 8 van paragraaf 3.1 in je schrift. Plus       nakijken!
  • plus maken test jezelf 3.1 op je laptop
Afspraak: je mag geen vragen overslaan dan neem je het antwoord over uit het antwoordenboekje (zie Teams)

Slide 16 - Slide