1.1 Ontdek je binnenste

• Biologie
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Wat is biologie?

Biologie= letterlijk 'de leer van het leven'

Alles wat met leven te maken heeft. Dier, plant, bacterie, schimmel en mens.

Wat gaan we doen vandaag?

• Starten met hoofdstuk 1   
  
• Wat weten we al?
• Uitleg §1.1 Je binnenste
• Opdrachten maken
• Huiswerk

Methode koppelen

Ga naar it's learning

ga naar BI

Ga naaar methodes bovenaan

Kies Nectar vmbo-tl/havo 1 (5e editie)

Zoek je klas en klik deze aan

LessonUp toevoegen

Ga naar www.lessonup.com

Kies voor registreren met Gmail

Log in met je schoolmail

Wat betekenen de kleuren in LessonUp?

Geel: Herhaling

Groen: Aantekeningen

Rood: Maakwerk

Blauw: Extra oefenen

Nectar Hoofdstuk 1.1

Je binnenste

Leerdoelen vandaag:

1. Je kunt de verschillende organen in je borst benoemen.
2. Je kunt de begrippen organisme, orgaan, orgaanstelsel, weefsel, cel op volgorde zetten.

Waar denk je aan bij
"Je binnenste"

Waaruit bestaat je lichaam?

• Hele lichaam bestaat uit organen
• De meeste organen in je lichaam kun je niet zien
• Elk orgaan heeft een eigen taak

Torso=

Waaruit bestaat je lichaam?

• Hele lichaam bestaat uit organen
• De meeste organen in je lichaam kun je niet zien
• Elk orgaan heeft een eigen taak

Torso=

Leerdoel: Je kunt de verschillende orgaanstelsels benoemen 

Bloedvatenstelsel

Skelet/ Beenderstelsel

Zenuwstelsel

functie

Vervoeren van bloed door het lichaam

functie

Vorm en stevigheid voor het lichaam.

Bescherming en aanhechting van pezen.

Waaruit bestaat een organisme?

- organisme

- organenstelsel

- orgaan

- weefsel

- cel

Organisme= alles wat leeft (bijv. de mens)

inzoomen: orgaanstelsel (de huid)

Nog verder inzoomen: de hoofdhuid is een orgaan (en bestaat uit weefsel)

Nog verder inzoomen: weefsel bestaat uit cellen

Om deze cellen te kunnnen bekijken gebruiken we bij biologie een microscoop.

Wanneer gebruiken we een stereoloep?

Organismen worden ingedeeld op basis van celkenmerken: dier, bacterie, plant, schimmel

Zet op volgorde van groot naar klein 

groot

klein

organenstelsel

cel

organisme

orgaan

Welk orgaanstelsel zie je?

1. bloedvatenstelsel
2. zenuwstelsel
3. spierstelsel
4. je ziet alleen organen, geen stelsels

De lever hoort bij

1. bottenstelsel
2. zenuwstelsel
3. bloedvatenstelsel
4. verteringsstelsel

nummer 5

1. Long
2. Hart
3. Nier
4. Maag

Bij welk stelsel hoort dit orgaan?
(in het rood)

1. Uitscheidingsstelsel
2. Spijsverteringsstelsel
3. Bloedvatenstelsel
4. Ademhalingsstelsel

nummer 10

1. Long
2. Hart
3. Nier
4. Maag

Van orgaanstelsel tot cel

Huiswerk

Maken: opdrachten 1 t/m 8 van par 1.1