T4 B2 2HV

B2 Een vrouw
  • Spullen op tafel
       Laptop/Leerwerkboek
       Schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 17 t/m 22
timer
4:00
  Kennen/Kunnen
  • Je kunt op een afbeelding van het voortplantingsstelsel de verschillende onderdelen benoemen.
  • Je kunt de functie van de verschillende onderdelen uitleggen.
  • Je kunt beschrijven wat er in het lichaam van de vrouw gebeurt tijdens de geslachtsgemeenschap.
  • Je kunt de verschillende gebeurtenissen tijdens de bevruchting van een eicel opsommen.
Huiswerk T4 B2
Opdr. 1 t/m 8, 5k
OF uitdaging
Opdr. 1, 6 t/m 10 
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

B2 Een vrouw
  • Spullen op tafel
       Laptop/Leerwerkboek
       Schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 17 t/m 22
timer
4:00
  Kennen/Kunnen
  • Je kunt op een afbeelding van het voortplantingsstelsel de verschillende onderdelen benoemen.
  • Je kunt de functie van de verschillende onderdelen uitleggen.
  • Je kunt beschrijven wat er in het lichaam van de vrouw gebeurt tijdens de geslachtsgemeenschap.
  • Je kunt de verschillende gebeurtenissen tijdens de bevruchting van een eicel opsommen.
Huiswerk T4 B2
Opdr. 1 t/m 8, 5k
OF uitdaging
Opdr. 1, 6 t/m 10 

Slide 1 - Slide

Huiswerkrad
Ga vast naar Lessonup.app en gebruik deze code
Beloning
Straf

Slide 2 - Slide

Wat betekent geslachtsrijp?

Slide 3 - Open question

De baard in de keel is een voorbeeld van een ... geslachtskenmerk (1 woord)

Slide 4 - Open question

De meeste mensen vinden personen met: een gladde, soepele huid, een gezond en goed functionerend lichaam en veerkrachtig haar aantrekkelijk.
Kun je biologisch verklaren wat hier de voordelen van zijn?

Slide 5 - Open question

Baarmoeder
Eileider
Eierstok
Urineblaas
Urinebuis
Vagina
Clitoris

Slide 6 - Drag question

Clitoris = prikkelbaar deel
Door prikkeling ontstaat orgasme
Er kan een maagdenvlies zijn:
  • Sluit vagina nooit af
  • Verschilt in grootte

Slide 7 - Slide

1
Zaadcellen komen binnen bij de vagina
2
Zaadcellen zwemmen door de baarmoeder, naar de eileiders
3
1 zaadcel bevrucht de eicel in de eileider.
Zonder eicel gaan de zaadcellen dood
1
Eicel komt vrij uit de eierstok = ovulatie/eisprong
2
Eicel wordt bevrucht door zaadcel en gaat delen 
OF
Eicel wordt niet bevrucht gaat dood
3
Eerste delingen bevruchte eicel
4
Innesteling van de bevruchte eicel, ontwikkelt zich tot embryo

Slide 8 - Slide

Menstruatie
  • Baarmoeder maakt baarmoederslijmvlies
  • Menstruatie = verwijderen van dit slijmvlies.
  • Maken en verwijderen wisselen elkaar af
Het baardmoederslijmvlies verandert tijdens een zwangerschap in de placenta. Het zorgt er voor dat een bevruchte eicel kan uitgroeien tot baby door het zuurstof en voedingsstoffen te geven.

Slide 9 - Slide

Menstruatiecyclus
Menstruatie
Baarmoeder breekt slijmvlies af en voert dit af via de vagina.
Dit duurt gemiddeld 4 dagen (maar kan ook korter of langer!)
Baarmoeder gaat opnieuw slijmvlies aanmaken.
Dit wordt langzaamaan weer dikker
Ovulatie
(ongeveer) 14 dagen na het begin van de menstruatie komt er een nieuwe eicel vrij uit de eierstok
14
Baarmoederslijmvlies blijft dikker worden
Volgende menstruatie
(ongeveer) 28 dagen na, het begin van, de vorige menstruatie is er opnieuw menstruatie. 
Dit gebeurt alleen als de eicel niet is bevrucht
Cyclus herhaalt zich opnieuw

Slide 10 - Slide

Wat zou er gebeuren als na bevruchting, menstruatie gewoon door zou gaan?

Slide 11 - Open question

Hormonen en puberteit
  • Hypofyse maakt hormonen die andere klieren aansturen.
  • Bij vrouwen ontstaat oestrogeen in de eierstokken
  • Oestrogeen zorgt voor vrouwelijke geslachtskenmerken

Slide 12 - Slide

Welke middelen kunnen vrouwen gebruiken tijdens de menstruatie?

Slide 13 - Mind map

Sommige mensen noemen de ovulatie ook wel eisprong.
Klopt dat wel?
A
Ja, ze zijn hetzelfde
B
Nee ze zijn totaal verschillend
C
Nee, het verschil is klein, maar is er wel

Slide 14 - Quiz

Stel een eicel wordt niet bevrucht na de ovulatie.
Wat gebeurt er dan?
A
Eicel gaat dood in de eierstok
B
Eicel gaat dood in de eileider
C
Eicel gaat dood in de baarmoeder
D
Eicel gaat dood in de vagina

Slide 15 - Quiz

Ga aan de slag met: T4 B2
  • Blz. 16 t/m 26
  • Opdr. 1 t/m 8, 5k
OF uitdaging
  • Opdr. 1, 6 t/m 10 

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zs = Werken in stilte
  • Geen vinger opsteken
  • Aan het werk
  • Stil en stoor niemand
  • Blijf op je plek
timer
6:00

Slide 16 - Slide

Ga aan de slag met: T4 B2
  • Blz. 16 t/m 26
  • Opdr. 1 t/m 8, 5k
OF uitdaging
  • Opdr. 1, 6 t/m 10 

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
  • Geen vinger opsteken
  • De docent komt langs
  • Aan het werk
  • Fluister alleen met de persoon naast je
  • Blijf op je plek

Slide 17 - Slide

Opruimdienst
Vandaag zijn dit
  • Alle tafels recht
  • Stoelen aangeschoven
  • Grond vrij van afval
  • Tafels leeg

Slide 18 - Slide