Les 6: Expliquer (grammaire H)

Bonjour
vmbo-2!
- Prenez votre livre
(Pak jullie boek)

- Mettez vos sacs par terre
(Zet jullie tassen op de grond)

- Laptops dicht op tafel!
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bonjour
vmbo-2!
- Prenez votre livre
(Pak jullie boek)

- Mettez vos sacs par terre
(Zet jullie tassen op de grond)

- Laptops dicht op tafel!

Slide 1 - Slide

Planning du jour
- SO woorden chapitre 2!

- Expliquer: grammaire H

- Travailler aux exercices

- Les devoirs
































Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de paragraaf:

  • kan ik het regelmatige werkwoorden op -er gebruiken in het Frans.
  • kan ik het onderwerp van de zin veranderen.
  • kan ik mijn droomkamer beschrijven.

Slide 3 - Slide

Questions sur les devoirs?
Les devoirs étaient:

Faire
exercice 16 t/m 19

Apprendre
voca A, B, E & F

Slide 4 - Slide

SO:
woorden chapitre 2
- Wanneer je klaar bent met het SO, leg je hem op de kop op de hoek van je tafel!

- Je gaat aan de slag met een ander vak dan Frans.

- Spieken: 1, kletsen tijdens SO: -1 punt.

- Je hebt voor dit SO 20 minuten (dyslecten 25 minuten)



timer
20:00
timer
5:00

Slide 5 - Slide

Expliquer:
grammaire H
In het Nederlands maken we altijd gebruik van het werkwoord ‘lopen’ om te kijken welke vorm je gebruikt bij een werkwoord.
--> Ik loop, jij loopt etc.

In het Frans kennen ze hier ook bepaalde rijtjes voor. Vandaag gaan jullie leren om alle regelmatige werkwoorden op –er te vervoegen.

Dit doen we door middel van het stappenplan in de volgende slides.
Neem deze over!

Slide 6 - Slide

Grammaire H:
stap 1: het vinden van de 'stam'
Stap 1:
zoek de stam door -er van het werkwoord af te halen.

Bijvoorbeeld:
donner --> donner --> donn

De stam van dit werkwoord is dus 'donn'.
Door naar stap 2!

Slide 7 - Slide

Grammaire H:
stap 2: de uitgangen
Stap 2:
zoek de juiste uitgang in het volgende rijtje.

je + e            je donne
tu + es          tu donnes
il/elle/on + e  il/elle/on donne

nous + ons    nous donnons
vous + ez      vous donnez
ils/elles + ent ils/elles donnent

Slide 8 - Slide

Grammaire D:
Het onderwerp vervangen
Je kan, zowel in het Frans als in het Nederlands, een onderwerp vervangen. In het Frans kan je het vervangen door il, elle, ils of elles.

Is het onderwerp mannelijk (le/un/jongensnaam/etc.)?                         --->  il

Is het onderwerp vrouwelijk (la/une/meisjesnaam/etc.)?                        ---> elle

Is het onderwerp meervoud M (jongensnamen/jongen & meisje)?            ---> ils

Is het onderwerp meervoud V (meisjesnamen)?                                      --> elles

Slide 9 - Slide

Zijn er nog vragen?
Is het iedereen gelukt om de aantekening over te nemen?

Wie heeft er nog een vraag over het vervoegen van werkwoorden op -er?

Nu is het moment om de vragen te stellen, anders gaan we door met het huiswerk :).

Slide 10 - Slide

Travailler aux exercices:
30 t/m 33
De regels

- Je werkt de eerste 10 minuten in stilte!
- Muziek luisteren mag met oordopjes!

- Vragen? Steek je hand op!

We ruimen onze spullen pas op, op het moment dat de docent dit zegt.
timer
10:00
Niet maken:
30d 

Slide 11 - Slide

Les devoirs
La prochaine leçon:
- Voorbereiden mondelingen (phrases clés C & G)

Faire:
- exercice 30 t/m 33

Apprendre:
- voca A, B, E & F
- grammaire D & H (het bijvoeglijk naamwoord & werkwoorden op -er)

Slide 12 - Slide

Afsluiting
Ik wil graag even checken of de doelen van vandaag zijn behaald, of dat je hulp nodig hebt bij het behalen van de leerdoelen.



Pak je laptop en vul de code in (als je dat nog niet hebt gedaan), om de volgende vragen kort te beantwoorden.

Slide 13 - Slide


Leerdoel 1: ik kan regelmatige werkwoorden op -er 
gebruiken in het Frans.
A
Onvoldoende
B
Goed
C
Ik heb hier hulp bij nodig

Slide 14 - Quiz


Leerdoel 2: ik kan het onderwerp van de zin veranderen.
A
Onvoldoende
B
Goed
C
Ik heb hier hulp bij nodig

Slide 15 - Quiz


Leerdoel 3: ik kan mijn droomkamer beschrijven.
A
Onvoldoende
B
Goed
C
Ik heb hier hulp bij nodig

Slide 16 - Quiz

Tot de volgende les!

Slide 17 - Slide