Past Simple korte herhaling uitleg

Today
Grammar

Past Simple
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EnglishMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Today
Grammar

Past Simple

Slide 1 - Slide

The past simple
Iets wat in het verleden is gebeurd en nu afgelopen is.
1. Gewone zin (+)
         - regelmatige werkwoorden                       ww + -ed
         - onregelmatige werkwoorden                 eigen vorm 
2. Ontkennende zin (-)                                            did not + hele ww
3. Vragende zin (?)                                                    did + hele ww
4. Bijzonder: To be

Slide 2 - Slide

Past Simple
PAST SIMPLE

Slide 3 - Slide

 Regelmatige werkwoorden (rww)

Achter het werkwoord plaats je 'ed'

I walk -> I walked
it rains-> it rained
they beg-> they begged

Slide 4 - Slide

 Regelmatig WW Spelling
Als een werkwoord eindigt op -e, dan komt er in de past simple alleen een -d achter:
I live - I lived
you move - you moved

In de past simple wordt de laatste medeklinker verdubbeld als er één klinker voor staat:
I drop - I dropped
they plan - they planned

Slide 5 - Slide

 Regelmatig WW Spelling
Als een werkwoord eindigt op -y, dan komt er in de past simple een -ied achter:
I carry- I carried
you study- you studied

In de past simple komt er een -ed achter als er een klinker voor staat:
I play - I played

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Past Simple - Onregelmatige werkwoorden

Sommige werkwoorden zijn onregelmatig (OWW) en dat betekent dat ze geen '-ed' krijgen maar hun eigen vorm hebben.

to write  -> wrote    I wrote her a letter last week.
to go       -> went      He went to Italy last year.
to make -> made     They made a very nice meal two days ago.


Slide 8 - Slide

Past Simple - OWW

Er zijn geen regels voor de OWW, je moet ze uit je hoofd leren. Je pakt voor de Past Simple de 2e kolom.

see - saw - seen
come - came - come
Onregelmatigwerkwoorden p 214-215

Slide 9 - Slide

Past Simple - Signaalwoorden

In de zin staan vaak een tijdsbepaling van verleden tijd.

  • yesterday
  • last week
  • ten minutes ago
  • in 2007
  • this morning

Slide 10 - Slide

Past Simple - Vraag/Ontkenning

Questions (Vraagzinnen)
Did + hele ww (1e kolom):
Did you walk to school yesterday?

Negations (Ontkennende zinnen)
Didn't + hele www (1e kolom):
You didn't walk to school yesterday.

Slide 11 - Slide

The past simple - what we know so far
Iets wat in het verleden is gebeurd en nu afgelopen is.

1. Bevestigende zin (+)                                             hele ww + -ed
I walked to school this morning. 

2. Ontkennende zin (-)                                            did not + hele ww
I didn't walk to school this morning.

3. Vragende zin (?)                                                    did + hele ww
Did you walk to school this morning?

Slide 12 - Slide