Week 36 Nederlands

1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Mobiele telefoon in je tas! 

Slide 2 - Slide

Plattegrond

Slide 3 - Slide

Afspraken in de les




  • Je hebt je spullen op orde. Je hebt bij je: Kern (Nederlands lesboek), een schrift, een leesboek en pen/papier.
  • Spullen en huiswerk (ook als het huiswerk niet volledig is) niet op orde: BV/HV op Magister. 
  • Twee keer waarschuwen moet voldoende zijn! Zo niet, na de les bij de docent melden en dan maken we een afspraak hoe het in het vervolg beter kan in de les.

Slide 4 - Slide

Week 36  4 september t/m 
8 september 2023
  • Uitleg PTD. Planning. 
  • Weektaken huiswerk 
  • Een keer per week controle huiswerk. 
  • Lezen van boeken en lezen in de les.
  • Uitleg RTTI.
  •  ayyiw - code LessonUp
  • Alle communicatie via magister
  • Vervolg theorie fictie

Slide 5 - Slide

Boekenlijst VWO 3
  • Dit schooljaar 4 boeken. R1 2x en R3 2x
  • Lezenvoordelijst.nl 12-15 jaar niveau 4.
  • Niveau => zie lijst, zie magister mail.








Boek 2





Boek 3





Boek 4






Slide 6 - Slide

PTD rapportperiode 1 













Herhaling taalverzorging (spelling totaal)

45 min

(1x)

NEE

104

SO

Boekentoets (2 boeken)

45 min

VK

NEE


Nr.
Toets-vorm
Leerstof/  Leerdoel
Tijd
Weging
Her-
kans
101
SO
Luistervaardigheid
45 min
1
Nee
102
SO
Literatuur, fictie (H. 1 t/m H. 4) en schrijfvaardigheid (H. 2, 3 en 6)

45 min
1
Nee

Slide 7 - Slide

Maar eerst...
 even ontspannen met een goed boek!

Slide 8 - Slide

Herhaling vorige week

Slide 9 - Slide

Huiswerk
Bespreken opdracht 6 op bladzijde 63

Slide 10 - Slide

Leerdoelen
Deze week:

  • Je leert welke factoren een rol spelen bij het beoordelen van fictie als literatuur of lectuur.
  • Je leert wat vorm en inhoud zijn en hoe je verschillende kenmerken van vorm en inhoud herkent

Slide 11 - Slide

Weektaak
Lees de theorie over vorm en inhoud op bladzijde 64, lees de theorie door.

  • Maak opdracht 1 t/m 5 op bladzijde 66
  • Maak opdracht 7 t/m 9 op bladzijde 66/67

Slide 12 - Slide

Huiswerk
Bespreken opdracht 6 op bladzijde 63

Slide 13 - Slide

Uitleg theorie
Op de volgende dia's wordt de lesstof van deze week behandeld.

Slide 14 - Slide

Vorm en inhoud p. 64
Proza => lopende tekst (bepaald door formaat bladzijde). Voorbeeld.
Poëzie => de schrijver bepaalt het formaat.

Epiek => verhalende teksten  (sages, legendes, sprookjes)
Lyriek => verzamelnaam voor teksten met gevoel geen handelingen of tijd, alleen gevoel wordt beschreven
Dramatiek => teksten bedoeld voor toneel (menselijk conflict)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Opdracht
Schrijf zelf een kort gedicht over de zee of over een ander onderwerp (denk aan spoken word).


timer
15:00

Slide 18 - Slide

Opdracht
Wie gaat zijn/haar gedicht voordragen?

timer
15:00

Slide 19 - Slide

Begrippen
  • Literatuur versus lectuur
  • Uniek versus clichématig
  • Het literaire veld (uitgevers, recensenten, DWDD)
  • Literaire canon (lijst met 125 literaire werken)
  • Hoge en lage cultuur

Slide 20 - Slide

RTTI
R = Reproductie
Vragen op reproductieniveau zijn vragen waarbij de leerling zelf niets wezenlijks toe hoeft te voegen aan datgene wat hij geleerd heeft. Met deze vragen kan inzichtelijk gemaakt worden of de leerling de geleerde stof kan reproduceren. Denk bijvoorbeeld aan het kunnen reproduceren van warenkennis, gereedschapskennis, een stappenplan of de werking van apparatuur.

Slide 21 - Slide

1 = Toepassingsgericht 1
Bij vragen en opdrachten op het niveau van toepassing 1 moet een leerling dat wat hij geleerd heeft kunnen toepassen in situaties die hij al geoefend heeft of in situaties die daar sterk op lijken. Op deze manier kan gekeken worden of de leerling de aangeleerde kennis – dat wil zeggen begrippen en stappenplannen – in deze situaties goed kan toepassen.

Slide 22 - Slide

T2 = Toepassingsgericht 2
Vragen op het niveau van toepassing 2 gaan een stapje verder dan vragen op het niveau van toepassing 1. De leerling moet op dit niveau in nieuwe situaties of contexten zelf kunnen bepalen welke (onderdelen van) stappenplannen of methodes hij moet gebruiken. Hij moet combinaties maken en verbanden leggen.

Slide 23 - Slide

I = Inzicht
De leerling krijgt geen methode, context of situatie aangeboden, maar alleen een vraagstuk. Hij moet zelf bepalen hoe hij het gaat aanpakken. De leerling heeft alleen de leerstof tot zijn beschikking om de vraag op te lossen. Hij laat zien dat hij vanuit verschillende, ook nieuwe, perspectieven kan denken.

Slide 24 - Slide

Evaluatie
  • Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald?
  • Je leert welke factoren een rol spelen bij het beoordelen van fictie als literatuur of lectuur.
  • Je leert wat vorm en inhoud zijn en hoe je verschillende kenmerken van vorm en inhoud herkent.

Slide 25 - Slide

OK!
Als je hier bent aangekomen, dan heb je je weektaak Nederlands afgemaakt!!!
 

Slide 26 - Slide