Markt en overheid hoofdstuk 5

Markt en overheid H5
1 / 48
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Markt en overheid H5

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Octrooi
  • Overheidsautoriteiten en regels

Slide 2 - Slide

Plenda
Maandag 21 oktober
4.1 t/m 4.18

Dinsdag 5 november
5.1 t/m 5.19
6.1 t/m 6.8

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Octrooi
  • Winstkansen => bedrijven komen in actie!
  • Octrooi (=patent)
  • Alleenrecht op maken product (max 20 jaar)
  • Terugverdienen investering!

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Prikkels
  • Dure ontwikkeling (technologie, medicijnen)
  • Kans van slagen niet 100% (winnaars en verliezers)

  • Monopolie geeft laag consumentensurplus/hoog producentensurplus. Hoge prijzen
  • Maar anders misschien helemaal geen product!

Slide 7 - Slide

Rol overheid markten (2)
  • Markten werken via prijs, maar...
  • Randvoorwaarden (wetten & regels)
  • Naleving regels (autoriteiten) => marktmeester

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

ACM
  • Consumentenbescherming
  • Concurrentie en Marktwerking (Kartels)
  • Regels ingewikkelde markten (Telecom, Energie, Post)

Slide 10 - Slide

En veel meer...
  • Contracten (rechter)
  • Regels verslaggeving bedrijven (accountants, ACM)
  • Milieuregels (RIVM)
  • Gezondheidsregels (Gezondheidsinspectie, NVWA)
  • Veiligheidsregels (Arbeidsinspectie)

Slide 11 - Slide

Lesdoelen
  • Octrooi
  • Overheidsautoriteiten en regels

Slide 12 - Slide

Plenda
Maandag 21 oktober
4.1 t/m 4.18

Dinsdag 5 november
5.1 t/m 5.19
6.1 t/m 6.8

Slide 13 - Slide

Lesdoelen
  • Collectieve goederen
  • Collectieve dwang, sociale normen, geloofwaardige zelfbinding

Slide 14 - Slide

Video
  • Nederland moet mogelijk Defensie-uitgaven verdubbelen: ‘Op het slechtste scenario voorbereid zijn' (WNL)
  • Over welk goed/product gaat dit gesprek?
  • Wie zijn de betrokken partijen?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Video
  • Nederland moet mogelijk Defensie-uitgaven verdubbelen: ‘Op het slechtste scenario voorbereid zijn' (WNL)

  • Over welk goed/product gaat dit gesprek?
  • Defensie/veiligheid
  • Wie zijn de betrokken partijen?
  • Nederlandse overheid/leger, Amerika, NAVO

Slide 17 - Slide

Collectieve goederen: defensie
Niet splitsbaar
Geen losse defensietickets mogelijk. Geldt voor alle burgers.
=> wel splitsbaar: een concertkaartje
Niet rivaliserend
Defensie raakt niet voor de een als het gebruikt wordt door de ander. 
=>wel rivaliserend: een frikandelbroodje


Slide 18 - Slide

Marktfalen privéleger
Meeliftgedrag & gevangenendilemma
Je betaalt liever niet mee, maar profiteert wel van de veiligheid

Positieve externe effecten
Positief voor de maatschappij, niet alleen de eindgebruiker, maar niet verwerkt in de prijs

Slide 19 - Slide

Collectieve dwang
Oplossing marktfalen
De overheid (=collectief) levert het 'defensieproduct'
De overheid dwingt betaling af via de belasting

Slide 20 - Slide

Internationale defensie
  • Geen internationale overheid
=> collectieve dwang niet mogelijk
  • Sociale normen
  • Geloofwaardige zelfbinding

Slide 21 - Slide

Sociale normen
Afspraak in relatief kleine kring gebaseerd op reputatie

=> Tweede Wereldoorlog
Amerika, Engeland, Canada, Sovjet Unie hebben ons bevrijd van Duitsland, omdat dit 'het juiste was om te doen'.

Slide 22 - Slide

Geloofwaardige zelfbinding
Deelnemers binden zich geloofwaardig aan een afspraak

=> NAVO
Artikel 5: een aanval op één is een aanval op allen
Minimaal 2% van de begroting (verzonken kosten)

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Lesdoelen
  • Collectieve goederen
  • Collectieve dwang, sociale normen, geloofwaardige zelfbinding

Slide 26 - Slide

Plenda
Maandag 21 oktober
4.1 t/m 4.18

Dinsdag 5 november
5.1 t/m 5.19
6.1 t/m 6.8

Slide 27 - Slide

Lesdoelen
  • Quasicollectieve goederen
  • Innovatie (Product & proces)

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Link

Quasicollectieve goederen
Uitsluitbaar
Ja, je kunt mensen uitsluiten van school/onderwijs
Rivaliserend
Ja, scholen/klassen hebben beperkte plaatsen

Individueel goed, maar toch geleverd door de overheid
=> Quasicollectief (quasi, is 'niet echt')

Slide 31 - Slide

Externe effecten
  • Positieve of negatieve effecten van productie of consumptie voor de welvaart van anderen (=extern)
      zonder dat hiervoor wordt betaald!
  • Positief: onderwijs, vaccins, zonnepanelen
  • Negatief: milieuvervuiling, geluidoverlast

Slide 32 - Slide

3 soorten goederen
Individuele goederen
Uitsluitbaar & rivaliserend (brood, computers) => de markt produceert
Quasi collectieve goederen
Individuele goederen die toch door de overheid worden geproduceerd (onderwijs, wegen)
Collectieve goederen
Niet uitsluitbaar/niet splitsbaar & niet rivaliserend (defensie, dijken) => de overheid produceert

Slide 33 - Slide

Innovatie
'Steve Jobs announces the original Iphone'
'Formula 1 pitstops 1950 & Today'

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video

Innovatie
'Steve Jobs announces the original Iphone'

Productinnovatie
Een volledig nieuw product of een verbeterde versie van een bestaand product op de markt brengen

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Video

Innovatie
'Formula 1 pitstops 1950 & Today'

Procesinnovatie
Het verbeteren, versnellen, efficiënter of goedkoper maken van de manier waarop je iets maakt of organiseert (proces)

Slide 39 - Slide

Lesdoelen
  • Quasicollectieve goederen
  • Innovatie (Product & proces)

Slide 40 - Slide

Plenda
Maandag 21 oktober
4.1 t/m 4.18

Dinsdag 5 november
5.1 t/m 5.19
6.1 t/m 6.8

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Video

Collectieve goederen zijn niet rivaliserend
A
juist
B
onjuist

Slide 43 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van semi-collectieve goederen?
A
onderwijs - ziekenhuis
B
huisarts - rechtspraak
C
brandweer - straatverlichting
D
snelweg - electriciteit

Slide 44 - Quiz

Het is winter. Het heeft gevroren. Hendrik ziet er nu ongelofelijk tegen op om met de auto naar zijn werk te gaan. Gelukkig is er wel gestrooid. Het strooien van zout op de wegen is een voorbeeld van een:
A
Individueel goed
B
Quasi-collectief goed
C
Collectief goed
D
Niet-collectief goed

Slide 45 - Quiz

Een voorbeeld van een collectief goed is:
A
Autosnelweg
B
Bibliotheek
C
Concert
D
Dijk

Slide 46 - Quiz

Door wie worden collectieve goederen geleverd?
A
bedrijven
B
particulieren
C
overheid
D
buitenland

Slide 47 - Quiz

Evaluatie Hoofdstuk 5

Slide 48 - Slide