Een bewering: Uit bron W3 kun je opmaken dat koning Lodewijk XIV er goed in geslaagd was de adel te controleren.
Geef een argument voor en een argument tegen die stelling met behulp van de bron. Vul de zinnen aan.
Voor: Ik lees in bron W3 dat de koning veel edelen en geestelijken naar Versailles heeft laten komen en dat zij allemaal zijn aandacht willen (bijvoorbeeld om een verzoekschrift in te dienen).
Hieruit blijkt dat de koning er goed in geslaagd is de adel onder de controle te krijgen, want zij zijn afhankelijk van de koning en moeten hem persoonlijk te spreken krijgen.
Tegen: Ik lees in bron W3 niet dat alle edelen dit moeten doen of dat heel belangrijke edelen aanwezig moeten zijn.