Examentraining Theorie v.d. praktijk

Oefenexamen
Theorie v.d. praktijk
1 / 30
next
Slide 1: Slide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Oefenexamen
Theorie v.d. praktijk

Slide 1 - Slide

Je maakt aan het begin van de gezichtsbehandeling gebruik van een paraffinemasker. Wat is een contra-indicatie voor het paraffinemasker?
A
Huid met onzuiverheden
B
Verdikte hoornlaag
C
Huid met teleangiëctastieën
D
Vochtarme huid

Slide 2 - Quiz

Grondstoffen bestaan uit oliën, vetten en wassen. Welke twee grondstoffen zijn van dierlijke afkomst?
A
Bijenwas en lanoline
B
Bijenwas en vaseline
C
Lanoline en paraffine
D
Paraffine en vaseline

Slide 3 - Quiz

Welke massage pas je toe als het doel van de massage het verbeteren van de algemene gezondheid en vitaliteit van het lichaam is en je werkt op de meridianen van het lichaam?
A
Lymfedrainage
B
Shiatsumassage
C
Pincementsmassage
D
Penseelmassage

Slide 4 - Quiz

Wat is de functie van waterstofperoxide bij het verven van de wimpers en wenkbrauwen?
A
Waterstofperoxide werkt als activator
B
Waterstofperoxide werkt desinfecterend
C
Waterstofperoxide werkt als kleurstof

Slide 5 - Quiz

In de schoonheidssalon wordt gebruik gemaakt van verschillende soorten apparatuur. Wat is de werking (functie) van het vacuumzuigapparaat?
A
Het insluizen van werkstoffen
B
Het stimuleren van de doorbloeding
C
Het verzepen/verweken van de huid

Slide 6 - Quiz

Je wilt in de salon gebruik maken van het hoogfrequentieapparaat. Op basis van welke stroomsoort werkt het hoogfrequentieapparaat?
A
Continue gelijkstroom
B
Hoogfrequente wisselstroom
C
Onderbroken gelijkstroom

Slide 7 - Quiz

Tijdens het kopen van apparatuur voor in de salon, kom je op een apparaat het teken (W) tegen. Dit teken staat voor het begrip Watt, wat is een andere benaming voor Watt?
A
Frequentie
B
Stroomsterkte
C
Vermogen

Slide 8 - Quiz

Waar staat het begrip hydrofiel voor?
A
Vetafstotend
B
Vochtafstotend
C
Vochtopnemend

Slide 9 - Quiz

Bij een PH-waarde praat je over zuren en basen. Welke eigenschappen hebben basen?
A
Een blekend vermogen
B
Een eiwitsplitsende werking
C
Een zeepachtige smaak

Slide 10 - Quiz

Een cliënt komt bij jou in de schoonheidssalon voor een lichaamsbehandeling. Je ziet dat mevrouw een verhorende huid heeft. Welk product adviseer je?
A
Een reinigingsgel
B
Een bodylotion
C
Een bodyscrub

Slide 11 - Quiz

Tijdens het uitvoeren van een massage ontstaan er directe en secundaire effecten. Wat is een voorbeeld van een directe invloed van een massage?
A
Loslaten van dode opperhuidcellen
B
Ontspanning van verkrampte spieren
C
Vorming van weefselhormonen

Slide 12 - Quiz

Wat is een biochemisch effect van een massage?
A
Prikkeling van sensibele zenuwuiteinde
B
Het ontstaan van histamine
C
Verbetering van de stofwisseling via celwanden

Slide 13 - Quiz

Massagegrepen hebben verschillende effecten op het lichaam. Wat is de functie van een frictie tijdens een gezichtsmassage?
A
Kalmeren
B
Opheffen van myogelosen
C
Ontspannen
D
Prikkelen van zenuwen

Slide 14 - Quiz

Tijdens een massage zie je dat de huid van een cliënt egaal rood verkleurd. Welk weefselhormoon zorgt hiervoor?
A
Acetylcholine
B
Adrenaline
C
Histamine

Slide 15 - Quiz

Welke massagegreep kun je toepassen aan het begin van een klassieke massage?
A
Intermitterend drukken
B
Petrissages
C
Vibraties

Slide 16 - Quiz

Uit je anamnese blijkt, dat een cliënt claustrofobie heeft. Noem één (deel)behandeling waarmee je rekening moet houden?

Slide 17 - Open question

Je wilt tijdens de dieptereiniging gebruik maken van een lysing. Noem twee indicaties voor het gebruik van een lysing?

Slide 18 - Open question

Je wilt in de salon gebruikmaken van elektroapparatuur. Noem twee algemene contra-indicaties voor het gebruik van elektroapparaat?

Slide 19 - Open question

Een reinigingscréme bestaat uit een W/O emulsie. Wat betekent deze emulsie? Beschrijf dit in eigen woorden.

Slide 20 - Open question

Desinfecterend
Kalmerend
Chloorhexidine
Azuleen
Calendula
Komkommersap

Slide 21 - Drag question

Wat is de functie van een conserveringsmiddel?

Slide 22 - Open question

Een cliënt bij jou in de salon heeft een vette huid. Zij geeft aan dat ze een reinigingsmilk niet prettig vindt. Welke twee andere reiniginsproducten kun jij adviseren?

Slide 23 - Open question

Een cliënt bij jou in de salon geeft aan, dat haar nagelriemen altijd ver over de nagelplaat heen groeien. Welk product kun jij de cliënt adviseren?

Slide 24 - Open question

Tijdens een gezichtsbehandeling wil jij gebruik maken van mechanoapparatuur. Noem twee voorbeelden van mechanoapparatuur die je kunt toepassen bij een gezichtsbehandeling/

Slide 25 - Open question

Met welk cijfer wordt PH-neutraal weergegeven?

Slide 26 - Open question

Benoem twee isolatoren waar geen elektriciteit kan voortbewegen?

Slide 27 - Open question

Je krijgt als schoonheidsspecialist te maken met micro- en macro-organismen. Macro-organismen kun je met het blote oog waarnemen. Benoem twee voorbeelden van macro-organismen

Slide 28 - Open question

Benoem twee massagegrepen die de doorbloeding in de huid stimuleren?

Slide 29 - Open question

Deze les heeft ervoor gezorgd dat ik goed voorbereid het examen Theorie v.d. praktijk in ga?
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll