WISKX hoofdstuk 2 herhaling/vervolg
1 / 10
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
4 rechte hoeken
1 straal
3 zijden
2 even lange zijden
rechthoek
vierkant
cirkel
driehoek
Slide 2 - Drag question
In de figuur staat een vraagteken bij DE.
Hoe noemen we dit?
A
de straal
B
de zijde
C
de diagonaal
D
een hoekpunt
Slide 3 - Quiz
Wat is hoek E?
A
hoek E is een vierkant
B
hoek E is een rechte lijn
C
hoek e is een rechte hoek
D
hoek e is een rechte lijn
Slide 4 - Quiz
In de figuur zie je hoek F.
Wat kun je zeggen van hoek F?
A
hoek F is < 69 graden, dus een stompe hoek
B
hoek F is < 69 graden, dus een scherpe hoek
Slide 5 - Quiz
A
hoek D is 201 graden
B
hoek D is 21 graden
C
hoek D is 159 graden
D
geen flauw idee
Slide 6 - Quiz
EFGH is een vlak figuur.
Hoe noemen we deze figuur?
A
een vierkant
B
een rechthoek
C
een driehoek
D
een centimeter
Slide 7 - Quiz
EFGH is een rechthoek.
Hoe lang is EF?
A
5 cm
B
ik denk 5 cm
C
meer dan 5 cm
D
minder dan 5 cm
Slide 8 - Quiz
EFGH is een rechthoek.
Wat is een diagonaal?
A
de lijn GH
B
de lijn FG
C
de lijn EF
D
de lijn FH
Slide 9 - Quiz
Wat is een ander woord voor parallel?
