Kapitel 1 Lektion 4A

  • Handy in Telefontasche
  • Setzt euch bitte (ga zitten)
  • Schulsachen auf dem Tisch (Buch, Heft, Laptop)
  • Laptop geschlossen
  • Rucksack auf dem Boden

1 / 21
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

  • Handy in Telefontasche
  • Setzt euch bitte (ga zitten)
  • Schulsachen auf dem Tisch (Buch, Heft, Laptop)
  • Laptop geschlossen
  • Rucksack auf dem Boden

Slide 1 - Slide

Was machen wir heute?
-Hausaufgabenkontrolle 10
-Zurückblick&Wiederholung 10
- Satz der Woche
-Hörfertigkeit üben 15
-Video schauen 5
 -evaluieren 5







Slide 2 - Slide

Kapitel 1 : Hamburg
Typisch Duitse eigenschappen, uiterlijk & karakter van jezelf en anderen.

Lernziele:
- ik ken de betekenis van de woorden van Lernbox Lektion 3+4
- ik ken de namen van familieleden
- ik ken de persoonlijke voornaamwoorden
- ik kan het werkwoord 'sein' vervoegen
- ik kan kleine luisterfragmenten begrijpen











Slide 3 - Slide

Wir kontrollieren die Antworten.

Slide 4 - Slide

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord.
ik
jij
hij
zij
wij
jullie
het
u
zij
ich
ihr
er
es
wir
du
sie
Sie
sie

Slide 5 - Drag question

endlich
ganz
jetzt
kochen

reden
het plezier
later
täglich
zum Beispiel
zusammen
nu
praten
eindelijk
koken
heel
der Spaß
später
dagelijks
bijvoorbeeld
samen

Slide 6 - Drag question

die Schwester
die Cousine
de Freundin
die Familie
der Cousin
der Halbbruder
die Halbschwester
die Cousinen
die Tante
die Mutter
die Mütter
de Tante
de moeders
de nicht
de neef
de nichten
de halfzus
het gezin
de moeder
de halfbroer
de vriendin
de zus

Slide 7 - Drag question

Wie alt (bent u)?
(Hij is) 13 Jahre alt.
Wo (ben jij) geboren?
(Ik ben) in Berlin geboren.
(Het is) eine schöne Stadt.
sind Sie
er ist
bist du
ich bin
es ist

Slide 8 - Drag question

Vul het juiste woord in:
Mein Vater kan gut Spaghetti.......
A
reden
B
kochen
C
zusammen
D
später

Slide 9 - Quiz

Vul het juiste woord in:
Nein, nicht.......du musst es jetzt machen!
A
endlich
B
später
C
ganz
D
täglich

Slide 10 - Quiz

Vul het juiste woord in:
Er macht........seine Hausaufgaben.
A
zum Beispiel
B
ganz
C
Spaß
D
täglich

Slide 11 - Quiz

Satz der Woche

Schöne Herbstferien!!

Slide 12 - Slide

Wir üben mit Hörfertigkeit (youtube).

Schreibe die Antworten in deinem Heft.

Slide 13 - Slide

Wir schauen ein Video (L4 Aufgabe 5, Fragment 2 
S. 30)

Slide 14 - Slide

Sudoku

Die Antworten

Slide 15 - Slide

Wat vind je van de lessen tot nu toe?
Wat doet de docent goed? Wat kan beter?
Geef top(s) en tip(s).

Slide 16 - Open question

Nächste Stunde
Hausaufgaben (wiederholen Wörter L3+4)
Klassenarbeit hören: Donnerstag, 26. Oktober



Check rommel rond je tafel
Blijf op je plaats tot de bel gaat
Stoel aanschuiven
Danke schön !


Slide 17 - Slide

Heeft de sudoku je geholpen bij het oefenen met de persoonlijke voornaamwoorden?

Welke woorden van Lektion 3 vind je nog lastig?



Slide 18 - Slide

......ihr in der Hauptstadt?
A
wohnen
B
wohne
C
wohnst
D
wohnt

Slide 19 - Quiz

.....du oft Fußball?
A
spiel
B
spielt
C
spielst
D
spiele

Slide 20 - Quiz

....Sie auch in Papendrecht, frau Breedveld?
A
wohnen
B
wohne
C
wohnt
D
wohnst

Slide 21 - Quiz