TL3 th1 organen en cellen in het kort

TL3 th1 organen en cellen 
in het kort
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

TL3 th1 organen en cellen 
in het kort

Slide 1 - Slide

Organisatieniveau
Van klein naar groot
cel = kleinste functionerende deel van een organisme
weefsel = groep cellen met dezelfde vorm en functie
orgaan = heeft een of meer functies
organenstelsel = samenwerkende organen met dezelfde functie
organisme = één levend wezen

Slide 2 - Slide

Levenskenmerken
1) groeien en ontwikkelen
2) voortplanten
3) bewegen
4) reageren op prikkels / waarnemen
6) stofwisseling 
waaronder
7) voeden, 8) uitscheiden, 9 ademhalen

Slide 3 - Slide

Levensfasen


baby, peuter, kleuter, schoolgaand kind
puber, adolescent
volwassenen, ouderen 
(bejaard en hoog bejaard)

Slide 4 - Slide

Organenstelsel

Slide 5 - Slide

dwarsdoorsnede borstholte

Slide 6 - Slide

Dwarsdoorsnede buikholte

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Chromosomen
De mens heeft er 46, 23 van vader en 23 van moeder

Dragers van alle erfelijke eigenschappen
Vertelt de cel wat
hij moet doen.

In elke cel van één 
organisme zitten 
dezelfde chromosomen


Slide 9 - Slide

Chromosomen in paren
Bijna ieder organisme heeft een set chromosomen van de vader en dezelfde set chromosomen van de moeder gekregen.

Het aantal chromosomen in een lichaamscel is daarom altijd een even getal. 

Het aantal chromosomen in een geslachtscel kan zowel oneven als even zijn. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Mitose
2N  => 2N  + 2N
Bij een gewone celdeling deelt de moedercel. Er ontstaan twee dochtercellen met precies evenveel chromosomen als de moedercel. Een kloon!

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Meiose
2N => N + N + N + N
Bij een geslachtelijke celdeling ontstaan 4 cellen. In iedere cel zit de helft van het aantal chromosomen.

Slide 14 - Slide