2mha 28-11-2023 - SP H2 - hoofdletters etc

Welkom bij Nederlands!
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • lesboek
  • schrift
  • pen
  • laptop (LessonUp.app)
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • lesboek
  • schrift
  • pen
  • laptop (LessonUp.app)

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen
Nakijken TV SP H1 (v.a. blz. 32) - de persoonsvorm spellen
Uitleg TV SP H2 (v.a. blz. 58) - hoofdletters en leestekens
Huiswerk maken






Slide 2 - Slide



Na deze lessen kun je:
  • persoonsvormen in de tegenwoordige tijd goed spellen.
  • de verleden tijd van zwakke en sterke werkwoorden goed spellen.
  • punten, uitroeptekens en vraagtekens gebruiken.
  • komma's en dubbele punten gebruiken.
  • hoofdletters gebruiken, ook in namen en woorden die van namen zijn gemaakt.
  • de moeilijke woorden uit deze paragrafen goed spellen.
Doel

Slide 3 - Slide

Welke persoonsvorm (tt) is goed gespeld?
A
Ze beweerdt dat het normaal is.
B
Ze beweert dat het normaal is. Ze beweert dat het normaal is.
C
Ze beweerd dat het normaal is.
D
Ze beweertd dat het normaal is.

Slide 4 - Quiz

Geef de juiste persoonsvorm tt

'Wat (gebeuren) er nu met hem?'
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt
D
gebeurde

Slide 5 - Quiz

Geef de juiste persoonsvorm (tt):
'(melden) u zich aan!
A
meld
B
meldt
C
meldde
D
melde

Slide 6 - Quiz

Hoe schrijf je de persoonsvorm (VT)?

Wat .......... jij van de musical. (vinden)
A
vind
B
vindde
C
vindt
D
vond

Slide 7 - Quiz

Hoe schrijf je de persoonsvorm (VT)?

De hockeyers ........... (weigeren) het veld op te gaan na een racistische opmerking van de tegenpartij.
A
weigeren
B
weigerde
C
weigerden
D
wogeren

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Link

Wat:
Maak TV SP H2 (blz. 59): opdracht 1

Hoe:
Je werkt alleen. 





Klaar:
Overleg met je buurman/buurvrouw. We gaan de woorden zo bespreken. 






Hulp nodig?
Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 
Vraag het de docent als
je het echt niet meer weet.
geel: fluisterniveau 
Voor deze opdracht overleg je zachtjes met je buurman of buurvrouw.
groen:  fluisterniveau 
Kom je er zelf echt niet uit overleg dan met je buurman/buurvrouw of vraag het de docent .


Aan het werk!
timer
5:00

Slide 10 - Slide

Woorden met hoofdletter
Woorden zonder hoofdletter

Slide 11 - Slide

Wat:

Maken:
TV SP H2 (blz. 58-59): opdracht 2 

Hoe:
Alleen of samen met je buurman/buurvrouw.

Klaar?
ga verder met TV SP H2: opdrachten 3 t/m 5






Hulp nodig?
Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 
Vraag het de docent als
je het echt niet meer weet.
geel: fluisterniveau 
Overleg met diegene naast je
groen:  fluisterniveau 
Overleg met diegene naast je of vraag het
de docent  


Aan het werk!

Slide 12 - Slide






Na deze les kun je
  • punten, uitroeptekens en vraagtekens gebruiken.
  • komma's en dubbele punten gebruiken.
  • hoofdletters gebruiken, ook in namen en woorden die van namen zijn gemaakt.
  • de moeilijke woorden uit deze paragraaf goed spellen.
Doel deze les

Slide 13 - Slide

Huiswerk 
vrijdag 29 november
Maken:
TV SP H2 (blz. 58-59): opdr. 1 t/m 5

Leren:
theorie TV SP H2 (blz. 58-59)

Slide 14 - Slide