herhaling
1 / 41
Lesson duration is: 59 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Regering is....
A
Koning en Minister
B
Koning en Parlement
Slide 2 - Quiz
Wat is de juiste volgorde voor de formatie van een kabinet?
A
regeerakkoord - formateur - informateur - beëdiging
B
formateur - regeerakkoord - informateur - beëdiging
C
informateur - formateur - regeerakkoord - beëdiging
D
informateur - regeerakkoord - formateur - beëdiging
Slide 3 - Quiz
Tussenoplossing waar meerdere partijen zich in kunnen vinden.
A
formateur
B
regeerakkoord
C
compromis
D
informateur
Slide 4 - Quiz
Wie bekijkt wie er minister of staatssecretaris kan worden?
A
de informateur
B
de formateur
C
de koning
D
de voorzitter van de Tweede Kamer
Slide 5 - Quiz
Formateur is de persoon die
A
Persoon die onderzoekt welke partijen met elkaar het beste kunnen en willen regeren
B
Tussenoplossing waar meerdere partijen zich in kunnen vinden
C
Een overeenkomst tussen coalitiepartijen over het te voeren beleid in de regeerperiode van vier jaar.
D
Iemand die de ministers en staatssecretarissen zoekt die het regeerakkoord gaan uitvoeren. Zelf wordt de formateur minister-president
Slide 6 - Quiz
Parlement
Regering
Kabinet
Tweede Kamer
Eerste kamer
Koning
Premier
Ministers
Slide 7 - Drag question
Wie gaat er onderzoeken met welke partijen een coalitie mogelijk is?
A
De informateur
B
De formateur
Slide 8 - Quiz
Wat is het verschil tussen een formateur (1) en een informateur (2)?
A
1 onderzoekt mogelijke coalities, 2 bouwt de coalitie
B
2 onderzoekt mogelijke coalities, 1 bouwt de coalitie
C
1 geeft informatie aan de pers, 2 is persvoorlichter
D
het is dezelfde persoon
Slide 9 - Quiz
De formateur wordt zelf ook minister president.
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quiz
Tijdens de kabinetsformatie onderzoeken politieke partijen, onder leiding van een (in)formateur, of zij samen een kabinet kunnen vormen.
Als zij tot overeenstemming komen, leggen zij hun voornemens en uitgangspunten voor de komende vier jaar vast in een ……
Als zij tot overeenstemming komen, leggen zij hun voornemens en uitgangspunten voor de komende vier jaar vast in een ……
A
coalitie
B
partijprogramma
C
regeerakkoord
D
wet
Slide 11 - Quiz
Wat is geen taak van de Tweede Kamer?
A
De regering controleren
B
De eerste kamer controleren
Slide 12 - Quiz
Het parlement bestaat uit de Eerste en Tweede kamer
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quiz
Het parlement in Nederland is hetzelfde als de Tweede Kamer
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quiz
Aantal zetels in de Tweede Kamer is:
A
200
B
75
C
100
D
150
Slide 15 - Quiz
Een ander woord voor de Tweede Kamer is...
A
Parlement
B
Staten-Generaal
C
Volksvertegenwoordiging
D
Regering
Slide 16 - Quiz
Door wie wordt de Tweede Kamer gekozen?
A
Door de Eerste Kamer
B
Door de Provinciale Staten
C
Rechtstreeks door de bevolking
D
Door het parlement
Slide 17 - Quiz
De meerderheid in de Tweede Kamer
A
Oppositie
B
Parlement
C
Regering
D
Coalitie
Slide 18 - Quiz
Het kabinet is gevallen.
Wie zitten er in het kabinet?
Wie zitten er in het kabinet?
A
Minister president Rutte
B
Ministers en Staatssecretarissen
C
De Tweede Kamer
D
Ministers en de Koning
Slide 19 - Quiz
De kabinetsformatie begint met het aanstellen van een formateur.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quiz
Wat is de juiste volgorde voor de formatie van een kabinet?
A
regeerakkoord - formateur - informateur - beëdiging
B
formateur - regeerakkoord - informateur - beëdiging
C
informateur - formateur - regeerakkoord - beëdiging
D
informateur - regeerakkoord - formateur - beëdiging
Slide 21 - Quiz
Tussenoplossing waar meerdere partijen zich in kunnen vinden.
A
formateur
B
regeerakkoord
C
compromis
D
informateur
Slide 22 - Quiz
Wie bekijkt wie er minister of staatssecretaris kan worden?
A
de informateur
B
de formateur
C
de koning
D
de voorzitter van de Tweede Kamer
Slide 23 - Quiz
Formateur is de persoon die
A
Persoon die onderzoekt welke partijen met elkaar het beste kunnen en willen regeren
B
Tussenoplossing waar meerdere partijen zich in kunnen vinden
C
Een overeenkomst tussen coalitiepartijen over het te voeren beleid in de regeerperiode van vier jaar.
D
Iemand die de ministers en staatssecretarissen zoekt die het regeerakkoord gaan uitvoeren. Zelf wordt de formateur minister-president
Slide 24 - Quiz
Wie gaat er onderzoeken met welke partijen een coalitie mogelijk is?
A
De informateur
B
De formateur
Slide 25 - Quiz
Wat is het verschil tussen een formateur (1) en een informateur (2)?
A
1 onderzoekt mogelijke coalities, 2 bouwt de coalitie
B
2 onderzoekt mogelijke coalities, 1 bouwt de coalitie
C
1 geeft informatie aan de pers, 2 is persvoorlichter
D
het is dezelfde persoon
Slide 26 - Quiz
De formateur wordt zelf ook minister president.
A
juist
B
onjuist
Slide 27 - Quiz
Tijdens de kabinetsformatie onderzoeken politieke partijen, onder leiding van een (in)formateur, of zij samen een kabinet kunnen vormen.
Als zij tot overeenstemming komen, leggen zij hun voornemens en uitgangspunten voor de komende vier jaar vast in een ……
Als zij tot overeenstemming komen, leggen zij hun voornemens en uitgangspunten voor de komende vier jaar vast in een ……
A
coalitie
B
partijprogramma
C
regeerakkoord
D
wet
