BK_Oefenen_Luistertoets

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Vandaag:

Doel: Ik weet wat ik op een luistertoets moet doen.

- aanwezigheid

- oefenen voor luistertoets

1. first day at school
2. online safety
3. eating out 

Engelse woorden over 'school'

First day at school

Je gaat zometeen luisteren naar een gesprek tussen Jing en Tania. Beantwoord de vragen met waar of niet waar

Daarna krijg je een vraag waarin je het gesprek in de jusite volgorde moet zetten. 

Jing and Tania zitten in dezelfde klas.

First day at school (British Council, z.d.-b)

1. waar
2. nietwaar

De docent is een man.

First day at school (British Council, z.d.-b)

1. waar
2. niet waar

Jing waat waar het klaslokaal is.

First day at school (British Council, z.d.-b)

1. waar
2. niet waar

First day at school (British Council, z.d.)

Zet het gesprek in de juiste volgorde

1

2

3

4

Tania en Jing praten over hun klas en docent

Tania en Jing stellen zich aan elkaar voor

Tania vertelt in welke klas ze zit.

Jing vraagt waar het lokaal is.

De opdrachten bij 'first day at school' waren:

moeilijk

precies goed

makkelijk

Engelse woorden over 'online safety'

Online Safety Conversation

Luister naar het gesprek tussen Charlie en zijn moeder over online veiligheid. 

Charlie's moeder doet iets met zijn computer.

Online Safety (British Council, z.d.-c)

1. waar
2. niet waar

Iedereen kan zien wat Charlie op zijn profiel zet.

Online Safety (British Council, z.d.-c)

1. waar
2. niet waar

Het is makkelijk om dingen te verwijderen die online staan.

Online Safety (British Council, z.d.-c)

1. waar
2. niet waar

Charlie's moeder weet zijn wachtwoord.

Online Safety (British Council, z.d.-c)

1. waar
2. niet waar

Charlie's schrift ligt op een verborgen plek.

Online Safety (British Council, z.d.-c)

1. waar
2. niet waar

De opdrachten bij 'online safety' waren:

moelijk

precies goed

makkelijk

Engelse woorden over 'restaurant'

Eating out

Je gaat luisteren naar een gesprek

in een restaurant. Beantwoord

de vragen met 'waar' of 'niet waar'. 

De klant wil 2 tafels reserveren

Eating out (British Council, z.d.-a)

1. waar
2. niet waar

De klanten bestellen hetzelfde voorgerechtje

Eating out (British Council, z.d.-a)

1. waar
2. niet waar

Beide klanten willen Tai Chicken als hoofdgerecht.

Eating out (British Council, z.d.-a)

1. waar
2. niet waar

De klanten bestellen een koud drankje bij het eten.

Eating out (British Council, z.d.-a)

1. waar
2. niet waar

De opdrachten bij 'eating out' waren:

moelijk

precies goed

makkelijk

verwijzingen

Audio Fragment 'Eating out'

British Council. (z.d.-a). Eating out. LearnEnglish Teens - British Council. Geraadpleegd op 30 januari 2021, van https://learnenglishteens.britishcouncil.org/skills/listening/elementary-a2-listening/eating-out

Audio Fragment 'First Day At School'
British Council. (z.d.-b). First day at school. LearnEnglish Teens - British Council. Geraadpleegd op 30 januari 2021, van https://learnenglishteens.britishcouncil.org/skills/listening/beginner-a1-listening/first-day-school

Audio 'Online Safety'

British Council. (z.d.-c). Online safety conversation. LearnEnglish Teens - British Council. Geraadpleegd op 30 januari 2021, van https://learnenglishteens.britishcouncil.org/skills/listening/beginner-a1-listening/online-safety-conversation