Drugs

5. Drugs
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

5. Drugs

Slide 1 - Slide

Wat weet je van drugs?

Slide 2 - Open question


A

Slide 3 - Quiz

Wat zijn drugs? 
Drugs zijn middelen die gebruik worden om een fijn gevoel te krijgen. 

Ze beinvloeden voornamelijk je hersenen.

Drugs kunnen ook gevaarlijk zijn. 

Slide 4 - Slide

Invloed van drugs
De invloed van drugs is afhankelijk van 4 dingen:

1. de hoeveelheid die je inneemt
2. hoe je je op dat moment voelt
3. de omgeving
4. de soort drugs die je gebruikt

Slide 5 - Slide

Invloed
Drugs kunnen op verschillende manieren invloed hebben:

Stimulerend
Verdovend
veranderend van bewustzijn

Slide 6 - Slide

Stimulerend
- je hartslag gaat omhoog
- je wordt actiever
- spieren spannen zich aan
- bloeddruk gaat omhoog

we noemen dit UPPERS 
(cocaine, amfetamine, tabak, koffie)

Slide 7 - Slide

Verdovend
Deze middelen werken kalmerend. 
Je wordt er rustiger van. 
Ademhaling en hartslag gaan omlaag. 

we noemen deze drugs DOWNERS
(heroine, GHB, alcohol, slaapmiddelen)

Slide 8 - Slide

Verandering van bewustzijn
Sommige middelen hebben invloed op je bewustzijn. 
Het bewustzijn neemt dingen waar. 
Deze drugs zorgen ervoor dat je dingen anders waarneemt. 

Dit soort drugs noemen we TRIPPERS
(denk aan LSD, Hasj, wiet, paddo's)

Slide 9 - Slide

Softdrugs

* minder gevaarlijk dan harddrugs
* mag worden verkocht in NL
* gedoogd

voorbeelden: hasj, wiet, slaapmiddelen 
Harddrugs

* zijn gevaarlijker dan softdrugs
* mogen niet worden verkocht in NL
* verkoop ervan is strafbaar

voorbeelden: heroine, cocaine, xtc, GHB 

Slide 10 - Slide

Gevaren
Je kan verslaafd raken aan drugs.
Als je afkickt, krijg je afkickverschijnselen als: zweten, somberder worden, hoofdpijn, nachtmerries, slaapstoornissen, angst, last van je darmen, minder eetlust. 

ook kunnen gevaarlijke situaties ontstaan als je gaat hallucineren. 

Slide 11 - Slide

Wat is waar?
A
Drugs zijn altijd illegaal
B
Je kunt drugs overal kopen als je 18 jaar bent
C
In Nederland mag je alle drugs op zak hebben.
D
drugs hebben invloed op de werking van je hersenen.

Slide 12 - Quiz

wat is geen softdrugs?
A
hasj
B
wiet
C
slaapmiddelen
D
xtc

Slide 13 - Quiz

wat is hallucineren?
A
dingen zien of horen die er niet echt zijn
B
veel praten
C
diep nadenken
D
het kweken van wiet

Slide 14 - Quiz

Noem 2 verschillen tussen softdrugs en harddrugs

Slide 15 - Open question

Schrijf op wat je nog niet wist over drugs, maar nu wel.

Slide 16 - Open question

Noteer iets wat je nog niet weet van drugs, maar wel graag wil weten?

Slide 17 - Open question

Ik ken iemand die wel eens drugs heeft gebruikt
A
Ja
B
Nee
C
Weet ik niet

Slide 18 - Quiz

Ik ken iemand die zeer regelmatig drugs gebruikt
A
Ja
B
Nee
C
Weet ik niet

Slide 19 - Quiz

Wat kunnen redenen zijn waarom iemand drugs gaat gebruiken?

Slide 20 - Mind map

Wat is waar?
A
Drugs zijn altijd illegaal
B
Je kunt drugs overal kopen als je 18 jaar bent
C
In Nederland mag je alle drugs op zak hebben.
D
Drugs hebben invloed op de werking van je hersenen.

Slide 21 - Quiz

Heb je thuis weleens gepraat over drank en drugs?
A
Ja, over beide
B
Ja, alleen over alcohol
C
Nee
D
Ja, alleen over drugs

Slide 22 - Quiz