paragraaf 5.1, licht, schaduw en spiegels deel 2

Licht, schaduw en spiegels deel 2 (H 5.1)
Tentamen 1
Neem voor je:
  • schrift
  • pen, potlood en geodriehoek
  • rekenmachine
  • boek, paragraaf 5.1 (blz 86)
  • werkboek B, paragraaf 5.1 (blz 6)
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

Licht, schaduw en spiegels deel 2 (H 5.1)
Tentamen 1
Neem voor je:
  • schrift
  • pen, potlood en geodriehoek
  • rekenmachine
  • boek, paragraaf 5.1 (blz 86)
  • werkboek B, paragraaf 5.1 (blz 6)

Slide 1 - Slide

Doelen van deze les (twee lesmomenten in de klas)
  • Herhalen stof klas 2.
  • Uitleggen lichtbronnen
  • Uitleggen schaduw en constructie schaduwbeelden
  • Uitleg spiegelen 

Slide 2 - Slide

Absorberen en terugkaatsen
Het licht dat op een voorwerp schijnt kan twee dingen doen.

Het wordt teruggekaatst, dan gaat het van het voorwerp weg en het voorwerp wordt een indirecte lichtbron.

Het wordt geabsorbeerd, dan blijft de energie in het voorwerp (meestal wordt het voorwerp dan warmer).

Slide 3 - Slide

Terugkaatsen
Valt het licht op een ruw oppervlakte dan wordt het licht naar alle kanten teruggekaatst, dit noemen we diffuus terugkaatsen van licht.

Hierdoor kun je mij overal in het lokaal zien en ik kan jullie ook zien het maakt niet uit waar ik ga staan.

Slide 4 - Slide

Terugkaatsen
Valt het licht op een glad oppervlakte dan wordt het maar één richting op teruggekaatst. Dit noemen we spiegelende terugkaatsing

Slide 5 - Slide

constructie bij spiegelen
Een constructie is een technische tekening (schematisch model) van een natuurkundig begrip.

Bij het spiegel moet je een constructie tekening kunnen maken.

Hiernaast zie je een spiegel (verticale lijn) en een lichtstraal die op de spiegel schijnt (let op de pijl), dit noemen we de invallende lichtstraal.

Slide 6 - Slide

constructie bij spiegelen
Het eerste wat je gaat doen is een hulplijn trekken. Deze hulplijn noemen we de normaal.

De normaal teken je als een stippellijn en staat loodrecht op de spiegel (90 graden) op de plek waar de invallende lichtstraal de spiegel raakt.

Slide 7 - Slide

constructie bij spiegelen
Met je geodriehoek meet je de hoek op tussen de normaal en de invallende lichtstraal (hoek i = hoek van inval).

  • leg je geodriehoek met de onderkant tegen de normaal met het nulpunt (midden van het liniaalgedeelte) op de spiegel.
  • meet de hoek, het is altijd een scherpe hoek dus tussen de 0 en de 90 graden.
  • noteer het aantal graden bij de tekening
i = 27 graden

Slide 8 - Slide

constructie bij spiegelen
Meet aan de andere kant van de normaal nu de hoek van terugkaatsing af.
De hoek van terugkaatsing is even groot als de hoek van inval.

Zet een punt en trek dan een lijn door dat punt vanaf het raakpunt van de invallende lichtstraal en de spiegel.
Geef met een pijlpunt de richting van de lichtstraal aan.
i = 27 graden
t = 27 graden

Slide 9 - Slide

Schaduw met 2 lichtpunten of een balkvormige lamp
Er ontstaan nu 3 schaduwgebieden.

In het midden zit de kernschaduw, dat gebied valt in de schaduw van beide lichtbronnen.

Aan beide zijkanten zit de halfschaduw, dat gebied valt in de schaduw van één van de twee lichtbronnen.
Leg je geodriehoek tegen de normaal. Meet de hoek van inval, draai je geodriehoek om, meet de hoek van terugkaatsen af en zet een stip. Trek de teruggekaatste lichtstraal.

Slide 10 - Slide

De spiegelwet
Bij de constructietekening heb je een spiegel en een invallende lichtstraal (pijlpunt)
Je tekent de normaal (stippellijn)
Je meet de hoek van inval en noteert dit.
hoek i = hoek t
Je meet de hoek van terugkaatsing af en zet een punt.
Je trekt de teruggekaatste lichtstraal.

Slide 11 - Slide

Afspraken bij spiegelen
  • Het beeld is virtueel (het bestaat niet echt)
  • Het beeld staat rechtop
  • Links en rechts zijn verwisseld
  • Het beeld staat even ver achter de spiegel als het voorwerp voor de spiegel staat.

Slide 12 - Slide

Afspraken bij spiegelen
  • Bij het kijken in een spiegel pas je de spiegelwet twee keer toe.
  • Vanaf het oog naar de bovenkant van de spiegel.
  • Vanaf het oog naar de onderkant van de spiegel.
  • Alles tussen de twee teruggekaatste lichtstralen kun je in de spiegel zien.

Slide 13 - Slide

Maken in je werkboek.
Opdracht 6 t/m 8 (blz 7, 8 en 9)

Slide 14 - Slide

Termen (dus goed leren)
  • Absorberen van licht: Vasthouden van de lichtenergie door een voorwerp.
  • Diffuus terugkaatsen: Terugkaatsen van licht naar alle richtingen.
  •  Spiegelende terugkaatsing: Terugkaatsen van licht in één richting.
  • Normaal: een hulplijn die loodrecht op de spiegel staat (waar de lichtstraal de spiegel raakt)
  • Invallende lichtstraal: de lichtstraal die naar de spiegel toe loopt.
  • Teruggekaatste lichtstraal: de lichtstraal die van de spiegel weg loopt.
  • Hoek van inval: De hoek tussen de normaal en de invallende lichtstraal
  • Hoek van terugkaatsing: De hoek tussen de normaal en de teruggekaatste lichtstraal.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video