H2: Koppel- en hulpwerkwoord
Van het slechte weer
wordt (kww) Tim [chagrijnig].
Van het slechte weer is (hww) Tim [chagrijnig] geworden (kww).
Van het slechte weer zou (hww) Tim [chagrijnig] geworden (kww) zijn (hww).
Linda is (zww) in de achtertuin.
Linda zou (hww) in de achtertuin zijn (zww).
Linda zou (hww) in de achtertuin zijn (hww) geweest (zww).