Klas 3 les 8 schooljaar 2024-2025

Guten Morgen! :)
Macht die Aufgaben auf das Arbeitsblatt mit dem Thema: 
Familie



timer
5:00
1 / 22
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with text slides.

Items in this lesson

Guten Morgen! :)
Macht die Aufgaben auf das Arbeitsblatt mit dem Thema: 
Familie



timer
5:00

Slide 1 - Slide

Lösung

Slide 2 - Slide

Programm: 
- Startaufgabe 
- Lesen 
- Hören 
- Wiederholung Grammatik
- Aufgaben machen 
- Mini break 
- Laut lesen  
- Wortschatz
- Wortschatz BINGO 

Slide 3 - Slide

Lesen 
Öffnet euer Buch auf S. 34

Lest den Text "Nimm mich mit". 

Macht dazu Aufgabe 3 (1-7)

timer
4:00

Slide 4 - Slide

Höraufgabe 4 (S.35) 

Slide 5 - Slide

Regel 1:  getallen t/m 19 
Schrijf het getal uit in het Duits en plak er -te achter 

Voorbeelden: 
2e= zwei + te = zweite 
5e = fünf + te = fünfte 
18e = achtzehn + te = achtzehnte 

Slide 6 - Slide

Regel 2:  getallen vanaf 20 
Schrijf het getal uit in het Duits en plak er -ste achter 

Voorbeelden: 
23e= dreiundzwanzig + ste = dreiundzwanzigste 
25e = fünfundzwanzig+ ste = fünfundzwanzigste 
30e = dreißig + ste = dreißigste 

Slide 7 - Slide

4 uitzonderingen 

1e= erste 
3e= dritte 
7e= siebte 
8e= achte 

Slide 8 - Slide

 De datum in het Duits. 
op = am 

In het Duits schrijf je achter het getal van de datum een punt.

Ik ben op 4 april jarig = Ich habe am 4. April Geburtstag.
Ik ben op vier april jarig = Ich habe am vierten April Geburtstag.

Als je het getal voluit schrijft, moet er bij het getal een N achter. 



Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Arbeitsblatt 
Macht das Arbeitsblatt über Tiere und Ordinalzahlen. 

Fertig? 
Macht Aufgabe 7 und 8 auf
S. 36/37 

Slide 11 - Slide

timer
5:00

Slide 12 - Slide

Hören + Laut lesen 

Buch S. 65 =  Wir lieben Musik

timer
2:30

Slide 13 - Slide

Wiederholung: Periode 2 
Volgende toets = woordenschat 175 woorden (5%)

Je leert de woorden van het Duits naar het Nederlands!

   3A/3B/3D = 13 december
 3C = 17 december

Slide 14 - Slide

Wortschatz: übersetzt die Wörter
1. die Ferien                      8. aufregend
2. die Insel                         9. plötzlich
3. wichtig                          10. jetzt
4. machen                        11. nirgendwo 
5. schon                           12. die Jugendlichen
6. schön                           13. die Schmerzen
7. der Kunde                    14. furchtbar

Slide 15 - Slide

Woordenschat BINGO :) 
Maak 9 vakjes op je blaadje. 

Kies 9 woorden uit het eerste blad (1 t/m 30) 

Deze woorden schrijf jij in het Nederlands op! 
Ik noem de woorden in het Duits. 
Volle kaart = BINGO 

Slide 16 - Slide

Woordenschat oefenen 
Neem je woordenlijst erbij, neem de tijd om de woordjes te leren in de les. 

Schrijf de woordjes op, overhoor elkaar (zachtjes) of maak flitskaarten. 

Slide 17 - Slide

Agenda:


Leer t/m woord 120 

Slide 18 - Slide

Wiederholung; persoonlijk voornaamwoord :) 
Duits 
Nederlands
ik
jij
hij/zij/het
wij
jullie
zij/u

Slide 19 - Slide

Wiederholung 


ein/eine = een 

kein/keine = geen 
M
x
V
e
O
x
MV
e

Slide 20 - Slide

Wiederholung bezittelijk voornaamwoord 
mijn
jouw
zijn
haar
onze
(van) jullie
uw

Slide 21 - Slide

Aufgaben machen :) 
Öffnet euer Buch auf S. 31

Macht Aufgabe 8,9

Ihr dürft leise(= zacht) zusammenarbeiten
timer
4:00

Slide 22 - Slide