Het voltooid deelwoord - 25/9

Wat is de
voltooide tijd?
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 1,2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat is de
voltooide tijd?

Slide 1 - Slide

Voltooide tijd
Bij de voltooide tijd gebruik je het hulpwerkwoord 
hebben of zijn + een voltooid deelwoord.

 Mijn moeder heeft een schilderij gemaakt.
Alex en Jane zijn vorige week getrouwd.

Slide 2 - Slide

regelmatige en onregelmatige werkwoorden
  • regelmatige werkwoorden blijven in een andere tijd hetzelfde     klinken. vb. spelen --> Ik heb gespeeld.


  • onregelmatige werkwoorden hebben de kracht om in de verleden   tijd van klank te veranderen. vb. drinken --> Ik heb gedronken.

Slide 3 - Slide

regelmatige werkwoorden:  t of d?
1. Doe 'en' bij infinitief weg en kijk naar de letter die dan overblijft. 
2. Staat deze letter in 't x kofschip'?
3. ja?       = t
     nee?  = d

Slide 4 - Slide

Onregelmatige werkwoorden? --> die moet je leren. (zie Vademecum)

Slide 5 - Slide

We gaan nu oefenen op VERLEDEN tijd.

Slide 6 - Slide

timer
2:00
Ik
Jij
Hij/zij (1 persoon)
Wij

Jullie
Zij (2 personen)
heb
hebben
hebben
hebt
heeft
hebben

Slide 7 - Drag question

timer
2:00
Ik
Jij
Hij/zij (1 persoon)
Wij

Jullie
Zij (2 personen)
ben
zijn
zijn
bent
is
zijn

Slide 8 - Drag question

Ik sta op.
Wat is de voltooide tijd?
A
Ik sta op.
B
Ik opgestaan.
C
Ik ben opgestaan.
D
Ik stond op.

Slide 9 - Quiz

Ik poets mijn tanden.
Wat is de voltooide tijd?
A
Ik poets mijn tanden.
B
Ik zal mijn tanden poetsen.
C
Ik gepoetst mijn tanden.
D
Ik heb mijn tanden gepoetst.

Slide 10 - Quiz

Ik douch.
Wat is de voltooide tijd?
A
Ik douch.
B
Ik heb gedoucht.
C
Ik zal douchen.
D
Ik douchte.

Slide 11 - Quiz

Ik ontbijt
Wat is de voltooide tijd?
A
Ik ben ontbeten
B
Ik heb ontbeten
C
Ik heb geontbeten
D
Ik ontbijt

Slide 12 - Quiz

Ik doe mijn kleren aan.
Wat is de voltooide tijd?
A
Ik ben mijn kleren aangedaan.
B
Ik heb mijn kleren aangedaan.

Slide 13 - Quiz

Ik drink een kop koffie.
Wat is de voltooide tijd?
A
Ik heb gedrinken.
B
Ik ben gedrinken.
C
Ik heb gedronken.
D
Ik ben gedronken.

Slide 14 - Quiz

Ik maak mijn boekentas.
Wat is de voltooide tijd?
A
Ik heb mijn boekentas gemaakt.
B
Ik ben mijn boekentas gemaakt.
C
Ik heb mijn boekentas gemaakd.
D
Ik zal mijn boekentas maken.

Slide 15 - Quiz

Ik ga naar school.
Wat is de voltooide tijd?
A
Ik heb naar school gegaan.
B
Ik ben naar school gegaan.

Slide 16 - Quiz

Ik studeer Nederlands
Wat is de voltooide tijd?
A
Ik heb Nederlands gestudeerd.
B
Ik heb Nederlands gestudeert.

Slide 17 - Quiz

Ik eet tijdens de middagpauze.
Wat is de voltooide tijd?
A
Ik heb tijdens de middagpauze geeten.
B
Ik heb tijdens de middagpauze gegeten.

Slide 18 - Quiz

Ik voetbal.
Wat is de voltooide tijd?
A
Ik heb gevoetbalt.
B
Ik heb gevoetbald.

Slide 19 - Quiz

Ik bid.
Wat is de voltooide tijd?
A
Ik heb gebeten.
B
Ik heb gebeden.

Slide 20 - Quiz

Ik was mijn kleren.
Wat is de voltooide tijd?
A
Ik heb mijn kleren gewast.
B
Ik heb mijn kleren gewassen.

Slide 21 - Quiz

Ik strijk.
Wat is de voltooide tijd?
A
Ik heb gestreken.
B
Ik heb gestrijken.

Slide 22 - Quiz

Ik slaap om 23.00u.
Wat is de voltooide tijd?
A
Ik heb geslaapt.
B
Ik ben geslaapt.
C
Ik ben geslapen.
D
Ik heb geslapen.

Slide 23 - Quiz