This lesson contains 14 slides, with interactive quiz and text slides.
Items in this lesson
nationalisme
Slide 1 - Slide
leerdoelen par. 3.2.1 en 3.2.2
vijf oorzaken uitbreken W.O. I noemen en uitleggen
oorzaak-aanleiding: betekenis, verschil?
in welke delen van Europa zijn spanningen en waarom?
Slide 2 - Slide
betekenis
oorzaak: datgene wat een bepaalde gebeurtenis teweeg brengt
aanleiding: directe oorzaak, datgene wat iets tot gevolg heeft
historische vaardigheid: aanleiding en oorzaken benoemen voor gebeurtenissen uit het verleden.
Slide 3 - Slide
oorzaak
aanleiding
Slide 4 - Slide
wat is de emmer en wat de druppel?
Slide 5 - Mind map
nationalisme
liefde voor het eigen land of volk, je bent trots op je eigen land en volk
Als volken worden bestuurd door een ander land, dan gaat nationalisme vaak samen met het streven naar onafhankelijkheid
Slide 6 - Slide
spotprent 1890
Wie herken je, welke landen herken je?
Wat heeft deze prent te maken met nationalisme?
Slide 7 - Slide
lees de leertekst van par 3.2.1 en 3.2.2.
Waarin zie je het nationalisme in Duitsland terug?
Waaruit blijkt het Franse nationalisme nog extra op te laaien in die tijd?
Wat was voor het Engelse nationalisme erg belangrijk?
Slide 8 - Slide
Duitse nationalisme
Het Duitse keizerrijk was uitgeroepen, Frankrijk verslagen en Duitsland was op dat moment het machtigste land in Europa: de Duitsers waren trots op hun land.
Slide 9 - Slide
Franse nationalisme
De Franse eer is beledigd door het verlies in de oorlog van 1870-1871. Frankrijk verliest veel grondgebied en wil wraak:
revanchegedachte
Slide 10 - Slide
Het nationalisme in Groot-Brittannië
Groot-Brittanie is trots op haar sterke vloot (eiland) en haar enorme koloniale imperium.