What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Voltooid tegenwoordige tijd A1
Voltooid tegenwoordige tijd of Verleden tijd.
Je leert hoe je HAVE/HAS gebruikt met het voltooid deelwoord.
en wat het verschil is met de verleden tijd.
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Voltooid tegenwoordige tijd of Verleden tijd.
Je leert hoe je HAVE/HAS gebruikt met het voltooid deelwoord.
en wat het verschil is met de verleden tijd.
Slide 1 - Slide
Wanneer?
Je gebruikt de voltooid tegenwoordige tijd ook om te zeggen dat iets in het verleden is
gebeurd maar dat dit nu nog aan de gang is of dat je daar nu het resultaat van merkt.
Slide 2 - Slide
Hoe?
Regelmatige werkwoorden:
HAVE/HAS + Voltooid deelwoord
He
has
liv
ed
in Germany for sixteen years.
Onregelmatige werkwoorden:
HAVE/HAS + Voltooid deelwoord
We
have bought
a new bunny.
Slide 3 - Slide
Welke moet het zijn?
Charlie ........ .......... his leg during soccer.
A
have broken
B
have breaked
C
has broken
D
have breaked
Slide 4 - Quiz
Welke moet het zijn?
My father ........ never ............... the guitar.
A
have plays
B
has plays
C
have played
D
has played
Slide 5 - Quiz
Dus...
1. Je maakt het de voltooid tegenwoordige tijd
met twee woorden:
have walked
bijvoorbeeld
2. Als iets
ooit/nooit
is gebeurd, gebruik dan
ever/never
ertussen
bijvoorbeeld
have
never
walked
Slide 6 - Slide
The cat ...... ......... all the biscuits.
A
have aten
B
has eaten
C
have eaten
D
has aten
Slide 7 - Quiz
It ..... ......... cold all week.
A
has been
B
have been
C
has wassed
D
have bin
Slide 8 - Quiz
She ........ .......... in London since 2013.
A
has lived
B
have lived
C
has liveted
D
have lifed
Slide 9 - Quiz
I .............. never ................... Spain
A
has visited
B
have visited
C
has visits
D
have visits
Slide 10 - Quiz
Ik begrijp nu hoe en wanneer ik de voltooid tegenwoordige tijd kan maken
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 11 - Poll
De verleden tijd dan?
Je gebruikt de verleden tijd om te zeggen
dat iets in het verleden is gebeurd en nu is
afgelopen.
Slide 12 - Slide
Hoe?
Regelmatige werkwoorden:
He
liv
ed
in Germany for sixteen years. (nu niet meer)
Onregelmatige werkwoorden:
We
saw
a new film yesterday. (en die is afgelopen)
Slide 13 - Slide
Someone ...................... my laptop from my locker.
A
stealed
B
stole
C
has stolen
D
have stolen
Slide 14 - Quiz
I ................... a shoplifter at the supermarket this
morning.
A
have seen
B
has seen
C
saw
D
seen
Slide 15 - Quiz
He .................in Leeds last year.
A
lived
B
have lived
C
has lived
D
liveted
Slide 16 - Quiz
Ik begrijp nu wat het verschil is tussen verleden tijd en voltooid tegenwoordige tijd
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 17 - Poll
More lessons like this
3 B 2- herhalen both, all, every and none en theme 3 grammar
January 2021
- Lesson with
24 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
3 B 4- herhalen both, all, every and none en theme 3 grammar
January 2021
- Lesson with
22 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Present Perfect
June 2022
- Lesson with
37 slides
Engels
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2,3
B3-Voltooid tegenwoordige tijd
August 2020
- Lesson with
18 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
WRITING LESSON - PAST TENSE & LINKING WORDS
February 2024
- Lesson with
20 slides
English writing
MBO
Studiejaar 2
Schrijven - gebruik tijden in een zin
October 2022
- Lesson with
20 slides
English writing
MBO
Studiejaar 2
Present Perfect
December 2022
- Lesson with
24 slides
Engels
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2,3
M2 March 30th
March 2021
- Lesson with
11 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2