2.3 Van industrie naar diensten les 2

Van industrie naar diensten
Nederland als industriële samenleving
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Van industrie naar diensten
Nederland als industriële samenleving

Slide 1 - Slide

De industriële revolutie ging in België een stuk sneller dan in Nederland. 
Om dit in Nederland sneller te laten lopen, legde Koning Willem I
infrastructuur aan: kanalen en spoorwegen.

|De eerste fabrieken kwamen in Twente. 

De industrie groeide daarna hard, mede door verlaging van de belastingen en een afzetgebied in de koloniën. 

De arbeidsomstandigheden van de arbeiders waren slecht. Mede door arbeidsdeling was het werk ook nog eens erg saai. De kans op ongelukken was hierdoor erg groot.

Ook de woonomstandigheden waren slecht, mede door de snelle verstedelijking
Herhaling

Slide 2 - Slide

In 1860 zijn de liberalen in Nederland aan de macht.
Zij willen geen wetten invoeren om arbeiders te helpen.

Arbeiders vormen vakbonden die demonstreren voor betere omstandigheden. 
Ook willen ze algemeen kiesrecht waarbij ze op de socialisten en de confessionelen kunnen stemmen. 

Het lukt de arbeiders niet om hun eigen situatie te verbeteren.
Daarom voeren de liberalen nieuwe sociale wetten in.
Herhaling

Slide 3 - Slide

1874: Kinderwetje van van Houten
1889: Arbeidswet
1901: Leerplichtwet
1919: Nieuwe arbeidswet

1917: Alle mannen vanaf 25 jaar mogen stemmen
1919: Alle vrouwen vanaf 25 jaar mogen stemmen

Herhaling

Slide 4 - Slide

Het moderne Nederland rond 1920:

  • Nieuwe bedrijven die auto's, gloeilampen, radio's, benzine etc. maken
  • Rotterdamse haven wordt belangrijke doorvoerhaven voor Ruhrgebied
  • Betere hygiene zorgt voor groei bevolking
  • Eerste auto, eerste radio's in huis, eerste vlucht naar Nederlands-Indië
  • 1929: internationale crisis
  • 1940: Tweede Wereldoorlog
Herhaling

Slide 5 - Slide

§2.3
Van industrie naar diensten
BASIS
A
Nederland opbouwen
Leerdoel:
Je kunt beschrijven hoe de Nederlandse economie zich na 1945 herstelde
Begrippen:
wederopbouw
Europese Economische Gemeenschap (EEG)
B
Snelle groei
Leerdoel:
Je kunt een aantal gevolgen noemen van de economische groei in Nederland vanaf 1950
C
De economie verandert
Leerdoel:
Je kunt beschrijven hoe de Nederlandse economie vanaf de jaren 1970 veranderde
Begrippen:
welvaart
consumptiemaatschappij
gastarbeiders
 
migratie
Begrippen:
automatisering
globalisering
Europese Unie (EU)

Slide 6 - Slide

§2.3
Van industrie naar diensten
BASIS
A
Nederland opbouwen
Leerdoel:
Je kunt beschrijven hoe de Nederlandse economie zich na 1945 herstelde
Situatie 1945:
  • Fabrieken verwoest
  • Spoorwegen en bruggen verwoest
  • Grote schade transportsector
  • Handel lag grotendeels stil
  • Regering kon probleem niet oplossen: er was geen geld

Het land moet opnieuw opgebouwd worden: wederopbouw
Begrippen:
wederopbouw
Europese Economische Gemeenschap (EEG)

Slide 7 - Slide

§2.3
Van industrie naar diensten
BASIS
A
Nederland opbouwen
Wederopbouw ging snel door 2 oorzaken:
  • Regering, werkgevers en vakbonden spreken af loon laag te houden
    Hierdoor prijs van producten laag ➜ stijging export

  • Vanaf 1948: Economische steun uit Amerika: Marshallplan
    - Geldleningen
    - Grondstoffen
    - Goederen
    - Levensmiddelen  

Slide 8 - Slide

§2.3
Van industrie naar diensten
BASIS
A
Nederland opbouwen
Samenwerking moet wantrouwen voorkomen.

1957: oprichting Europese Economische Gemeenschap (EEG)
  • Nederland
  • Duitsland
  • Frankrijk
  • België
  • Italië
  • Luxemburg

Afspraak:
  • Geen belasting heffen op goederen

Slide 9 - Slide

§2.3
Van industrie naar diensten
BASIS
B
Snelle groei
Leerdoel:
Je kunt een aantal gevolgen noemen van de economische groei in Nederland vanaf 1950
Vanaf 1950:
  • Groei economie
  • Nog geen mogelijkheid om lonen te verhogen

Reactie vakbonden
  • Dit is ok.
  • Want: invoering uitkering bij arbeidsongeschiktheid, pensioen

1963:
  • Lonen mogen weer omhoog, stijgt enorm
  • Vijfdaagse werkweek
Begrippen:
welvaart
consumptiemaatschappij
gastarbeiders
 
migratie

Slide 10 - Slide

§2.3
Van industrie naar diensten
BASIS
B
Snelle groei
In Nederland neemt welvaart toe: het gaat enomisch goed

Consumptiemaatschappij: vele luxeproducten kunnen gekocht worden
  • koelkast
  • auto
  • televisie

Daarnaast meer vrije tijd om te sporten of vakantie 
 

Slide 11 - Slide

§2.3
Van industrie naar diensten
BASIS
B
Snelle groei
1952: nagenoeg geen werkloosheid

Tekort aan arbeidskrachten:
  • Mijnen
  • Scheepsbouw
  • Textielindustrie

Gevolg: gastarbeiders werven 
  • Eerst Italië en Spanje, daarna Marokko en Turkije

Gunstige voorwaarden:
  • Contracten onbeperkt verlengen
  • Hele gezinnen zouden over moeten kunnen komen

1970:
  • Regels rond migratie strenger: Eenmaal terug naar eigen land kom je moeilijk weer terug
  • Gezinnen worden definitief naar Nederland gehaald

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

§2.3
Van industrie naar diensten
BASIS
C
De economie verandert
Leerdoel:
Je kunt beschrijven hoe de Nederlandse economie vanaf de jaren 1970 veranderde
Er komt een einde aan de groei:
  • 1973: stijgende olieprijzen
  • Hoge lonen ➜ hoge prijzen ➜ minder export

Jaren 1980:
  • Veel mensen raken hun baan kwijt
  • Om productie winstgevend te maken moet loon naar beneden
    - kortere werkweek
    - lager loon
    - investeren in automatisering: productie door machines
    - fabrieken verplaatsen naar lage-lonen-landen: voorbeeld van globalisering 
Begrippen:
automatisering
globalisering
Europese Unie (EU)

Slide 14 - Slide

§2.3
Van industrie naar diensten
BASIS
C
De economie verandert
1990: Stijging economie en daarmee ook de welvaart.

1993: Nieuwe samenwerking in vorm van Europese Unie (EU)
Samenwerking op gebied van:
  • economie
  • migratie
  • milieu
  • criminaliteit
  • etc....

Burgers mogen binnen de EU werken waar ze willen. Bedrijven werven personeel in heel EU 

Handel wordt makkelijker door de invoering van 1 munt: euro

Slide 15 - Slide

Aan de slag!
(af)maken §2.1
(af)maken §2.2
(af)maken §2.3

Klaar?
Test Jezelf
Samenvatten




Klaar?
Flitskaarten
Ander vak

Slide 16 - Slide