This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
les 1 (introductie & uitscheiding deel 1)
Slide 1 - Slide
planning les 1
Benoemen lesdoelen
stellingen & bespreken
theorie uitscheidingsstelsel deel 1 (anatomie & kennis), volgende week in deel 2 (belang observatie in de zorg toepassen)
pauze 15 minuten
casus Marieke in groepjes van 4
afsluiting & terughalen doelstellingen
Slide 2 - Slide
lesdoelen vandaag
De basisprincipes van het uitscheidingsstelsel benoemen en uitleggen.
De processen van het uitscheidingsstelsel begrijpen en verbanden leggen met andere lichaamsfuncties.
Slide 3 - Slide
stellingen
In de volgende slides komen 3 stellingen aan bod.
geef telkens in de poll aan: waar/niet waar
schrijf per stelling 1 argument op
Slide 4 - Slide
Het uitscheidingsstelsel heeft alleen te maken met het produceren van urine
waar
niet waar
Slide 5 - Poll
Het uitscheidingsstelsel en het spijsverteringsstelsel werken volledig onafhankelijk van elkaar.
waar
niet waar
Slide 6 - Poll
Lichamelijke activiteit heeft geen invloed op het uitscheidingsstelsel
waar
niet waar
Slide 7 - Poll
argument bij stellingen
Slide 8 - Slide
het uitscheidingsstelsel
Het uitscheidingsstelsel is verantwoordelijk voor het verwijderen van afvalstoffen uit het lichaam.
Belangrijke organen: nieren, urineleiders, blaas en urethra.
Voornaamste functies: filtratie van bloed, reguleren van de water- en elektrolytenbalans, en verwijderen van overtollige stoffen.
Slide 9 - Slide
organen die afval uitscheiden
Slide 10 - Slide
uitscheidingsstelsel
Filtratie: De nieren filteren afvalstoffen, mineralen en overtollige vloeistoffen uit het bloed.
Reabsorptie: Nuttige stoffen (water, elektrolyten ''zouten'') worden teruggebracht in het bloed.
Secretie: Extra afvalstoffen worden toegevoegd aan de urine.
Concentratie: De nieren reguleren de concentratie van urine afhankelijk van de lichaamsbehoefte.
Slide 11 - Slide
stofwisseling
Uitscheiding omvat processen die afvalstoffen uit het lichaam verwijderen, waaronder stofwisseling.
Stofwisseling is het proces waarbij voedingsmiddelen worden omgezet in verteerbare voedingsstoffen.
Belangrijkste punten:
Spijsvertering: Voedsel wordt omgezet in kleinere bestanddelen in het spijsverteringsstelsel.
Stofwisseling: Voedingsstoffen worden omgezet in energie en bouwstoffen voor cellen.
Slide 12 - Slide
stofwisseling in actie
Stofwisseling vindt plaats in alle lichaamscellen en zet voedingsstoffen om in energie en bouwstoffen.
Belangrijkste punten:
Gebruik van energie uit opgeslagen reserves tijdens de nacht.
Bouwstoffen en energie worden gebruikt voor dagelijkse activiteiten.
Opgeslagen reserves dienen als energiebron tijdens het slapen.
Slide 13 - Slide
invloed verschillende factoren
Belangrijkste punten:
Verband met Energiehuishouding: Stofwisseling levert energie voor dagelijkse activiteiten en is verbonden met de algehele energiehuishouding.
Invloed van Voeding: Voedingsstoffen uit de spijsvertering vormen de basis voor stofwisseling en uitscheiding.
Relatie met Orgaanfuncties: Uitscheidingsorganen zoals de nieren hebben invloed op de regulatie van water- en zoutbalans, wat essentieel is voor de homeostase.
Effecten van Ziekte en Medicatie: Ziekten kunnen de uitscheidingsprocessen beïnvloeden, resulterend in veranderingen in urineproductie, bijvoorbeeld bij nierziekten. Medicijnen kunnen ook invloed hebben op uitscheidingsorganen en -producten.
Slide 14 - Slide
afvalstoffen ná stofwisseling
Na de stofwisseling blijven afvalstoffen over, die het lichaam moet verwijderen.
Belangrijkste punten:
Verschillende afvalstoffen verlaten het lichaam op verschillende manieren.
Gemiddeld scheidt het gezonde lichaam in 24 uur drie liter vocht uit.
Slide 15 - Slide
functies van uitscheidingsorganen
Verschillende organen en producten zijn betrokken bij uitscheiding.