14. bestellen II

1 / 25
next
Slide 1: Video
SpaansHBOStudiejaar 2

This lesson contains 25 slides, with text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

zitplan
                                                                            DOCENT

Shayan
Kaj
Salma
Gift
Noor
Adam
Hamza
Su Lea
Aya
Grace
Aubei
Cary
Iancu
Zeest
Yussuf B
Yussuf A
Libby
Adaline
Nikita
Israe
Klara
Emma
Ada
Jayda
MUUR

Slide 2 - Slide

Necesitas:

- un boli
- el cuaderno



Slide 3 - Slide

Vandaag beginnen wij met nieuwe vocabulaire. 
Necesitas:
- la libreta
- el cuaderno


Slide 4 - Slide

Aan het einde van deze les:

1. comida: werkwoord HAY

2. bestellen: 
VAMOS A BAIRES! 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

HOY

1. HAY: wanneer wordt het gebruikt?
2. uitje + bestellen
3. oefenen 
4. Kahoot bestellen
5. EXIT TICKET: bestel een drank

Slide 7 - Slide

necesitas
escribe

Slide 8 - Slide

HAY
NO HAY

Schrijf 1 zin met HAY en een zin met NO HAY
ESTÁ
NO ESTÁ
WERKWOORD: ESTAR
Estoy 

yo
él / ella
nosotros
vosotros
ellos/ellas

est
est
est
est
est

Slide 9 - Slide

cap 4

Slide 10 - Slide

comprar (kopen) - Querer (willen)
Yo
quiero
quieres
Él/ella/usted
quiere
Nosotros
queremos
Vosotros
queréis
Ellos/ellas
quieren

Slide 11 - Slide

comprar (kopen) - Querer (willen)
Yo
compro
quiero
compras
quieres
Él/ella/usted
compra
quiere
Nosotros
compramos
queremos
Vosotros
compráis
queréis
Ellos/ellas
compran
quieren

Slide 12 - Slide

HOY

1. HAY: wanneer wordt het gebruikt?
2. uitje + bestellen
3. oefenen 
4. Kahoot bestellen
5. EXIT TICKET: bestel een drank

Slide 13 - Slide

WANEER? El once (11) de julio
HOE?  BICI - OV: kan je/wil je niet mee, haal je op donderdag 13 in om 8:30 
WAAR? BAIRES WEST

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

HOY

1. HAY: wanneer wordt het gebruikt?
2. uitje + bestellen
3. oefenen 
4. Kahoot bestellen
5. EXIT TICKET: bestel een drank

Slide 16 - Slide

heel beleef, met kunnen: 
Me puede(s) poner/dar un/una
Mag ik een ... hebben

Me podría poner/dar un/una...
Mag ik een ... kunnen hebben?

informeel: 
¿qué quieres?
quiero un/una ... por favor
Ik wil
formeel
¿qué desea - qué quiere de+naam / para + werkwoord
me gustaría
quisiera un/una... por favor
querría

dar = geven - poner = hebben



Ik wou 

Slide 17 - Slide

OPDRACHT
MENU GROEPEN, 10 minuten
ROLPLAY bestellen
schrijf 3 gerechten die je van je menu wil bestellen
De primero ___________
De segundo __________
De postre ____________
para beber ___________

Slide 18 - Slide

SONG ¿QUÉ QUIERES COMER?

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

heel beleef, met kunnen: 
Me puede(s) poner/dar un/una
Mag ik een ... hebben

Me podría poner/dar un/una...
Mag ik een ... kunnen hebben?
para mí un zumo - voor mij een sap

informeel: 
¿qué quieres?
quiero un/una ... por favor
Ik wil
formeel
¿qué desea - qué quiere de+naam / para + werkwoord
me gustaría
quisiera un/una... por favor
querría

dar = geven - poner = hebben



Ik wou 

Slide 22 - Slide

HOY
1. HAY: wanneer wordt het gebruikt?
2. uitje + bestellen
3. oefenen 
4. Kahoot bestellen
5. EXIT TICKET: bestel een gerecht of ene drank


Slide 23 - Slide

exit ticket
Bestel iets uit deze menu

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video