8.3 Wat zijn aandelen?

Bedrijfseconomie - Nufinancieel
15-6-2021
Hoofdstuk 8
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Bedrijfseconomie - Nufinancieel
15-6-2021
Hoofdstuk 8

Slide 1 - Slide

Lesplanning
  • Lesdoel
  • Te behandelen theorie hoofdstuk 8 
  • Theorie §8.3
  • Aan de slag! (antwoorden)

Slide 2 - Slide

Te behandelen theorie
§8.3 hoef je niet te weten - maar we halen het kort aan :)

Interessant hoofdstuk

Slide 3 - Slide

Wie belegt of heeft aandelen (ook cryptovaluta)
A
JA
B
NEE

Slide 4 - Quiz

Als je JA hebt geanwoord bij de vorige vraag. Wat is dan je maandelijks rendement?
<(kleinder dan) -- >(groter dan)
A
<€50
B
<€100
C
<€500
D
>€500

Slide 5 - Quiz

Aandelen
Aandelen zijn eigendomsbewijzen.
  • BV - op naam - verkopen kopen in overleg met mede aandeelhouders - 
  • NV - niet op naam - verkopen en kopen wanneer je wilt - 

Aandelen creeren eigen vermogen. (passiva/credit)
Dividend
Nominale waarde - waarde van één aandeel
Maatschappelijke aandelenvermogen / aandelen in portefeuille en geplaatst

Slide 6 - Slide

Aandelen
Reserves
PASSIVA - Het verschil tussen de nominale waarde en het bedrag waarvoor de aandelen zijn verkocht wordt de agio reserve genoemd. Dit wordt op de balans apart vermeld. 

ACTIVA - herwaarderingsreserve. Als je avtica op de balans meer waard is, wordt het verschil (overwaarde) herwaarderingsreserve genoemd.

Slide 7 - Slide

Aan de slag!
§8.1 ) 1/3
§8.2)1/2/9

Slide 8 - Slide

8.1.1. Begrip ondernemingsvorm, wat houdt dat in?
De vorm waarin de eigenaar of eigenaren hun ondernemingsactiviteiten gaan uitvoeren, bijvoorbeeld een eenmanszaak of een bv.

Slide 9 - Slide

8.1.2. Verschil pers/onp ondernemingsvorm
2a  - In welke 2 rechtsvormen kun je deze ondernemingsvormen indelen.
1 Natuurlijke personen.
2 Rechtspersonen.

2b  - Beschrijven van elke ondernemingsvorm 2 kenmerken. 
1 en 2 natuurlijk persoon: privé aansprakelijk en het zijn de eigenaren die handelen en schulden aangaan.
1 en 2 rechtspersoon: de onderneming kan handelen en contracten afsluiten; ondernemer is beperkt of niet aansprakelijk.

Slide 10 - Slide

8.1.3. Benoem de verschillende ondernemingsvormen en deel deze in in natuurlijke personen en rechtspersonen.
Natuurlijke personen: 
eenmanszaak, vof, Maatschap, commanditaire vennootschap.

Rechtspersonen: 
bv, nv, coöperatieve vereniging.

Slide 11 - Slide

8.2.1. Leg uit waarom een eenmanszaak niet de juiste ondernemingsvorm is als je met meer personen eigenaar wil zijn van een onderneming. 
Omdat in dit geval een vof handiger is; dan kun je de lasten en
verantwoordelijkheden spreiden over meer vennoten.

Slide 12 - Slide

8.2.2. Omcirkel het juiste antwoord. Het document waarin de vennoten de ondelinge afspraken vastellegen noem je?
  1. Contract
  2. Oprichtingsakte
  3. Oprichtingbalans
  4. Vennotendocument 

Slide 13 - Slide

8.2.9. Lees de volgende stellingen en kruis het juiste antwoord aan.

Slide 14 - Slide

SLOT
Vragen?

Slide 15 - Slide