Oefenen voor de toets (H1)

Oefenen voor de toets










Vragen? 
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Oefenen voor de toets










Vragen? 

Slide 1 - Slide

Het tekstdoel van een column is vaak
A
amuseren
B
informeren
C
opiniëren

Slide 2 - Quiz

Een columnist kent zijn publiek.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

De kernzin van een alinea staat altijd vooraan.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 4 - Quiz

Bij het bepalen van de hoofdgedachte van de hele tekst let je vooral op de titel, inleiding en het slot.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Wat is de functie van de signaalzin: 'Dat is ... aantal redenen.' (alinea 1)?

Slide 6 - Slide

timer
1:00

Slide 7 - Slide

Wat is de functie van de signaalzin:

'Dat is ... aantal redenen.' (alinea 1)?
A
Aankondigend
B
Terugblikkend
C
Aankondigend én terugblikkend

Slide 8 - Quiz

Wat is de tekstsoort?
timer
0:30

Slide 9 - Slide

Tekstsoort?
A
Beschouwing
B
Betoog
C
Uiteenzetting

Slide 10 - Quiz

Functie signaalwoord 'Zo'?
timer
0:20

Slide 11 - Slide

Zo?
A
Opsomming
B
Oorzaak-gevolg
C
Redengevend
D
Toelichting

Slide 12 - Quiz

Welke functies hebben zin 1 en 2? 
  1. De biotechnologie is vandaag de dag wat de nucleaire technologie in de jaren zestig en zeventig was: een gevaarlijk spelletje met moeder natuur. 

  2. Overigens, ik wil niet beweren dat álle genetisch gemanipuleerde voeding per definitie ongezond of zelfs onnatuurlijk zou zijn. 



Aanbeveling, aanleiding, afweging, anekdote, argument, beantwoording, begripsomschrijving, beoordeling, bewerking, bewijs, bezwaar, conclusie, constatering, definitie, doelstelling, gevolgen, hypothese, karakterisering, nuancering, onderbouwing, ontkenning, ontkrachting, oorzaak, oplossing, opsomming, probleemstelling, relativering, samenvatting, standpunt, stelling, tegenargument, tegenstelling, tegenwerping, theorie, toekomstverwachting, toelichting, toepassing, uitwerking, vergelijking, verklaring, vermoeden, verslag van onderzoek, voorbeelden, voorbehoud, voorwaarde, vraagstelling, weerlegging
timer
1:30

Slide 13 - Slide

1: De biotechnologie is vandaag de dag wat de nucleaire technologie in de jaren zestig en zeventig was: een gevaarlijk spelletje met moeder natuur.

Kies uit: aanleiding, argument, definitie, hypothese, nuancering, stelling, theorie, uitwerking, voorwaarde, vraagstelling.

Slide 14 - Open question

2: Overigens, ik wil niet beweren dat álle genetisch gemanipuleerde voeding per definitie ongezond of zelfs onnatuurlijk zou zijn.

Kies uit: aanleiding, argument, definitie, hypothese, nuancering, stelling, theorie, uitwerking, voorwaarde, vraagstelling.

Slide 15 - Open question

De spelling moet worden vereenvoudigd. De meeste Nederlanders blijven fouten maken. Kijk maar naar de spelfouten in tijdschriften en kranten.
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumenten
C
Nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten
D
Onderschikkende argumentatie

Slide 16 - Quiz

De spelling moet worden vereenvoudigd. Het aanleren van spelling kost te veel tijd. Bovendien zijn zwakke leerlingen de dupe van de ingewikkelde spelregels.
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumenten
C
Nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten
D
Onderschikkende argumentatie

Slide 17 - Quiz

De spelling moet worden vereenvoudigd. Het aanleren van spelling kost te veel tijd.
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumenten
C
Nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten
D
Onderschikkende argumentatie

Slide 18 - Quiz

Iedereen zou direct moeten stoppen met roken. Roken kost veel geld en het is belangrijk om aan het einde van de maand geld over te houden en te sparen.
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumenten
C
Nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten
D
Onderschikkende argumentatie

Slide 19 - Quiz

Iedereen zou direct moeten stoppen met roken. Roken is ontzettend slecht voor de gezondheid en het kost veel geld.
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumenten
C
Nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten
D
Onderschikkende argumentatie

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Video

Welk type argument wordt hier gebruikt?

Door veel te lezen vergroot je je tekstbegrip. Het is net zoiets als schrijven: dat leer je ook alleen door het vaak te doen.
A
Ervaring
B
Feiten
C
Voorbeeld
D
Vergelijking

Slide 22 - Quiz

Welke drogreden wordt hier gebruikt?

Die verslaggever van Nieuwsuur is altijd slordig gekleed en heeft een afstotelijke boksersneus. Naar zo iemand luister je toch niet graag?
A
Bespelen van het publiek
B
Cirkelredenering
C
Onjuist oorzaak-gevolg
D
Persoonlijke aanval

Slide 23 - Quiz

Welke drogreden wordt hier gebruikt?

Het aantal mensen bij wie staar wordt geconstateerd, neemt de laatste jaren steeds toe. Mensen krijgen steeds slechtere ogen.
A
Bespelen van het publiek
B
Ontduiken van de bewijslast
C
Overhaaste generalisatie
D
Vertekenen van het standpunt

Slide 24 - Quiz

Welke drogreden wordt hier gebruikt?

Die voetballer had rood moeten krijgen voor die actie! Iedereen kent toch de regels van voetbal?
A
Bespelen van het publiek
B
Ontduiken van de bewijslast
C
Overhaaste generalisatie
D
Vertekenen van het standpunt

Slide 25 - Quiz

Welke drogreden wordt hier gebruikt?

U bent natuurlijk allemaal slim genoeg om mijn standpunt te begrijpen.
A
Bespelen van het publiek
B
Ontduiken van de bewijslast
C
Overhaaste generalisatie
D
Vertekenen van het standpunt

Slide 26 - Quiz

Welke drogreden wordt hier gebruikt?

Wie het niet met mij eens is, beschouw ik als mijn tegenstander.
A
Cirkelredenering
B
Bespelen van het publiek
C
Ontduiken van de bewijslast
D
Vals dilemma

Slide 27 - Quiz

Welke drogreden wordt hier gebruikt?

Als de examenklassen verlof krijgen, hebben wij daar ook recht op.
A
Cirkelredenering
B
Onjuist beroep op autoriteit
C
Verkeerde vergelijking
D
Vertekenen van het standpunt

Slide 28 - Quiz

Welke drogreden wordt hier gebruikt?


Die bejubelde tolerantie blijkt vandaag de dag in feite niets anders dan wegkijken. Niemand wil meer aangesproken worden op zijn gedrag en omgekeerd wil of kan niemand meer de ander daarop aanspreken.
A
Cirkelredenering
B
Ontduiken van de bewijslast
C
Overhaaste generalisatie
D
Vals dilemma

Slide 29 - Quiz

Vragen? 
NU:
- Tijd om te leren 
- Lezen in je leesboek

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video