What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
REKENEN - Startrekenen Vooraf deel A (oranje) - H4 - LES 4
Startrekenen Vooraf deel A
STARTREKENEN VOORAF deel A
les 4
1 / 44
next
Slide 1:
Slide
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
This lesson contains
44 slides
, with
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Startrekenen Vooraf deel A
STARTREKENEN VOORAF deel A
les 4
Slide 1 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
STARTREKENEN VOORAF deel A
les 4
boek
pen of potlood
WAT HEB JE NODIG?
Slide 2 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 21 a
blz. 137
Slide 3 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 21 a
blz. 137
Slide 4 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 22 a
blz. 152
Pol koopt 5 dozen met schaaltjes.
Hoeveel schaaltjes koopt Pol?
5 x 4 = 20
schaaltjes.
Slide 5 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 22 b
blz. 152
Henk koopt 4 doosjes eieren.
Hoeveel eieren koopt Henk?
4 x 4 = 16
schaaltjes.
Slide 6 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 22 c
blz. 152
Mees koopt 3 verpakkingen met mapjes.
Hoeveel mapjes koopt Mees ?
3 x 8 = 24
schaaltjes.
Slide 7 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 23
blz. 153
12
16
8 32
40
9 36
5 20
6 24
7 28
Slide 8 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 23 b
blz. 153
24
32
8 64
80
9 72
5 40
6 48
7 56
Slide 9 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 24
blz. 154
Slide 10 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 25
blz. 154
32
4
16
2
24
3
40
5
Slide 11 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 26
blz. 155
40
24
32
36
48
24
20
72
16
28
56
32
40
12
64
Slide 12 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 27
blz. 155
Slide 13 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 28 a
blz. 156
Slide 14 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 28 b
blz. 156
Slide 15 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 29 a
blz. 157
Bram koopt 4 verpakkingen met sponzen.
Hoeveel sponzen koopt Bram?
4 x 3 = 12
sponzen.
Slide 16 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 29 b
blz. 157
Eveline koopt 6 verpakkingen met doekjes.
Hoeveel doekjes koopt Eveline?
6 x 3 = 18
sponzen.
Slide 17 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 29 c
blz. 157
Ron koopt 5 doosjes met oordopjes.
Hoeveel oordopjes koopt Ron?
5 x 6 = 30
sponzen.
Slide 18 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 30
blz. 158
6
12
24
8
30
9 27
5 15
6 18
7 21
Slide 19 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 30 b
blz. 158
12
24
48
8
60
9 54
5 30
6 36
7 42
18
Slide 20 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 31
blz. 159
Slide 21 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 32
blz. 159
Slide 22 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 33
blz. 160
Slide 23 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 34
blz. 160
Slide 24 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 35 a
blz. 161
Slide 25 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 35 b
blz. 161
Slide 26 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 36 a
blz. 162
Lente koopt 2 dozen met ijsjes.
Hoeveel ijsjes koopt lente?
2 x 9 = 18
Slide 27 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 36 b
blz. 162
Melvin koopt 3 dozen met feestzoenen.
Hoeveel feestzoenen koopt Melvin?
3 x 9 = 27
Slide 28 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 36 c
blz. 162
Ingrid koopt 4 verpakkingen met bloembollen.
Hoeveel bloembollen koopt Ingrid??
4 x 7 = 28
Slide 29 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 37 a
blz. 163
Slide 30 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 37 b
blz. 163
Slide 31 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 38
blz. 164
Slide 32 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 39
blz. 164
Slide 33 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 40
blz. 165
Slide 34 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 41
blz. 165
15
70
12
2
30
24
45
16
4
30
6
20
8
14
72
Slide 35 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 41
blz. 165
50
48
36
21
8
18
32
100
42
27
56
40
91
24
12
Slide 36 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
opdracht 42
blz. 166
3 x € 7 = € 21
7 x 4 = 28 uur
8 x 6 = 48 hapjes
9 x 10 = 90 leerlingen
7 x 9 = 63 spelers
Slide 37 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
DOEL VAN DE LES
les 4
4.3 Je kan een eenheid met een tiental
en een eenheid met een geheel honderdtal vermenigvuldigen.
Slide 38 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
4.3 KEERSOMMEN met grote GETALLEN
les 4
uitleg 14
blz. 167
Je kunt de tafels gebruiken om te vermenigvuldigen met een tiental.
Slide 39 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
4.3 KEERSOMMEN met grote GETALLEN
les 4
uitleg 15
blz. 169
Bij een keersom met een getal boven de 10, splits je dat getal in tientallen en eenheden.
3 x 24 =
Slide 40 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
4.3 KEERSOMMEN met grote GETALLEN
les 4
blz. 169
3 x 24 =
Stap 1 24 splits je in
20
en
4
.
Stap 2 Vermenigvuldig de eenheden.
3 x
20
= 60
Stap 3 vermenigvuldig de eenheden
3 x
4
= 12
Stap 4 Tel de antwoorden bij elkaar op.
60 + 12 = 72 3 x 24 = 72
Slide 41 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
4.3 KEERSOMMEN met grote GETALLEN
les 4
uitleg 16
blz. 173
Je kunt de tafels gebruiken om te vermenigvuldigen met een honderdtal.
Slide 42 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
4.4 KEERSOMMEN op de REKENMACHINE
les 4
uitleg 17
blz. 176
Je kunt getallen met elkaar vermenigvuldigen met een rekenmachine.
18 x 16 = 288
Slide 43 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
4.1 Wat is vermenigvuldigen?
les 4
maken
opdracht 44
(blz. 167)
tot en met opdracht 59
(blz. 177)
Slide 44 - Slide
More lessons like this
REKENEN - Startrekenen Vooraf deel A (oranje) - H4 - LES 4
23 hours ago
- Lesson with
44 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
REKENEN - Startrekenen Vooraf deel A (oranje) - H4 - LES 5
23 hours ago
- Lesson with
28 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
REKENEN - Startrekenen Vooraf deel A (oranje) - H4 - LES 5
3 hours ago
- Lesson with
28 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
REKENEN - Startrekenen Vooraf deel A (oranje) - H4 - LES 2
1 day ago
- Lesson with
26 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
REKENEN - Startrekenen Vooraf deel A (oranje) - H4 - LES 2
1 day ago
- Lesson with
26 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
REKENEN - Startrekenen Vooraf deel A (oranje) - H4 - LES 3
1 day ago
- Lesson with
35 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
REKENEN - Startrekenen Vooraf deel A (oranje) - H4 - LES 3
1 day ago
- Lesson with
35 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
REKENEN - Startrekenen Vooraf deel A (oranje) - H2 - LES 5
2 days ago
- Lesson with
39 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1