What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
50.1 diagnostische leestoets U1
Voca
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Voca
Slide 1 - Slide
Dans ce cours...
Quizlet U1 (les jours, les mois et être)
Diagn. leestest U1
Slide 2 - Slide
Aujourd'hui
Werkwoord être
Buts: ik kan het werkwoord zijn vervoegen in het Frans
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
le verbe
être
je
suis
tu
es
il / elle/ on
est
nous
sommes
vous
êtes
ils / elles
sont
ik
ben
jij
bent
hij / zij / men
is
wij
zijn
jullie / u
zijn / bent
zij [mmv / vmv]
zijn
Slide 5 - Slide
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp
suis
es
est
sommes
êtes
sont
Slide 6 - Drag question
Vul de goede vorm van 'être' in:
je ...
A
suis
B
es
C
est
D
sont
Slide 7 - Quiz
Vul de goede vorm van 'être' in:
ils ...
A
est
B
es
C
sommes
D
sont
Slide 8 - Quiz
Vul de goede vorm van 'être' in:
on ...
A
es
B
est
C
sommes
D
êtes
Slide 9 - Quiz
Vul de goede vorm van 'être' in:
vous ...
A
sommes
B
êtes
C
être
D
sont
Slide 10 - Quiz
Vul de goede vorm van 'être' in:
Julie
A
suis
B
es
C
est
D
sont
Slide 11 - Quiz
Vul de goede vorm van 'être' in:
Jean et Pierre ...
A
est
B
sommes
C
sont
D
être
Slide 12 - Quiz
Vul de juiste vorm in van het werkwoord être: Je...
Slide 13 - Open question
Vul de juiste vorm in van het werkwoord être: Paula...
Slide 14 - Open question
Vul de juiste vorm in van het werkwoord être : Vous...
Slide 15 - Open question
Herhaling
dagen (les jours)
maanden (les mois)
Buts
: ik kan de dagen en de maanden benoemen.
Slide 16 - Slide
Les jours de la semaine
Le jour = de dag
Le matin = de ochtend
L'après-midi = de middag
Le soir = de avond
La nuit = de nacht
Le week-end = het weekend
Slide 17 - Slide
2. Quel est le bon ordre pour les jours de la semaine ?
A
lundi, mercredi, dimanche, jeudi, samedi, mardi, vendredi
B
dimanche, lundi, jeudi, vendredi, samedi, mardi, mercredi
C
lundi, mardi, mercredi, jeudi, vendredi, samedi, dimanche
D
mercredi, jeudi, dimanche, samedi, vendredi, lundi, mardi
Slide 18 - Quiz
3. Quels sont les deux jours
du week-end ?
A
samedi et dimanche
B
lundi et mardi
C
vendredi et samedi
D
mercredi et jeudi
Slide 19 - Quiz
les mois de l'année
août
septembre
octobre
novembre
decembre
janvier
février
mars
avril
mai
juin
juillet
Slide 20 - Slide
janvier
mars
mai
février
avril
juin
maart
februari
april
mei
januari
juni
Slide 21 - Drag question
septembre
juillet
août
novembre
décembre
octobre
juli
november
december
augustus
september
oktober
Slide 22 - Drag question
Hoe schrijf je augustus in het Frans?
A
auot
B
ouat
C
août
D
oaut
Slide 23 - Quiz
Wat is juli in het Frans ?
A
juliette
B
juillet
C
juin
D
jullet
Slide 24 - Quiz
De tweede dag van de week is:
A
Mardi
B
samedi
C
Mercredi
D
dimanche
Slide 25 - Quiz
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
AU REVOIR!!
Slide 28 - Slide
More lessons like this
50.2 diagnostische leestoets U1
December 2023
- Lesson with
30 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
H1c & A1b - woe 6 januari
January 2021
- Lesson with
39 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
chap 3 les3
February 2021
- Lesson with
42 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Les chiffres, les jours et les mois
December 2022
- Lesson with
22 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Les chiffres, les jours et les mois
September 2023
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
herh dagen/maanden
September 2024
- Lesson with
13 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
herh dagen/maanden
November 2023
- Lesson with
13 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Les chiffres, les jours et les mois
February 2023
- Lesson with
31 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1