herhaling klas 1

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Le programme

Les devoirs: getallen en dagen van de week

Aujourd'hui: Herhaling en werkwoorden avoir en être

Doelen: Je kent de getallen en de dagen van de week 

               Je kent avoir en être 

wat heb je ook alweer geleerd?

wat heb je geleerd met Frans vorig schooljaar?

noteer 1,2,3,4 in het Frans

noteer 5,6,7,8 in het Frans

noteer 9,10,11,12 in het Frans

noteer 13,14,15,16 in het Frans

noteer 17 tm 20 in het Frans

comment tu t' appelles?
(geef antwoord in het Frans)

quel âge as-tu?
(geef antwoord in het Frans)

tu habites où?
(geef antwoord in het Frans)

Les jours de la semaine

dagen van de week!

vertaal:
Maandag

vertaal:
Dinsdag

vertaal:
Woensdag

vertaal:
Donderdag

vertaal:
Vrijdag

vertaal:
Zaterdag

vertaal:
Zondag

wat betekent être ook alweer?

00:04

wat komt na:
je suis?

00:11

wat komt er na
il elle on est?

00:16

wat komt er na vous êtes?

etre

=

 zijn

Sleep de juiste vorm van aller naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord

il/elle/on

nous

vous

ils/elles

tu

je/j'

es

sont

est

etes

sommes

suis

vertaal: Ik heb

vertaal :jullie hebben

vertaal: hij heeft

was deze les leerzaam?

noteer op een blaadje de rijtjes van:

être (zijn) + NL betekenis

Avoir(hebben) + NL betekenis

Fin du cours

Doelen: dagen van de week - getallen - avoir - être

Les devoirs: faire les exercices de 'on y va'

Au revoir !