3.4 Crisistijd

3.4 Crisistijd
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

3.4 Crisistijd

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je leert hoe het ging met de economie in de jaren 1930
  • Je leert je hoe antidemocratische partijen opkwamen
  • Je leert hoe Duitsland een totalitaire dictatuur werd

Slide 2 - Slide

Kenmerkende aspecten
De economische wereldcrisis
Het racistisch en totalitair karakter van het nationaalsocialisme

Slide 3 - Slide

Lezen 3.4
Moeilijke woorden?

Slide 4 - Mind map

De jaren twintig waren in Amerika een tijd dat het.........met d economie
A
goed
B
slecht

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

In Italië kwam....... aan de macht, hij noemde zich........ (wat leider betekent).
A
Mussert, duce
B
Hitler, führer
C
Mussolini, führer
D
Mussolini, duce

Slide 7 - Quiz

Wat is een ideologie?

Slide 8 - Open question

3.4 crisistijd
1929 begin economische crisistijd.
Oorzaak: Amerikanen kochten minder producten dan er gemaakt werden.
Gevolg: bedrijven gingen failliet of veel mensen ontslaan.

Slide 9 - Slide

Crisistijd
Crisis: een periode waarin het slecht gaat met de economie en waarin veel werkloosheid is.

Slide 10 - Slide

Wereldcrisis
Amerika ging door de economische crisis minder producten uit het buitenland kopen.

Gevolg: andere landen konden minder producten verkopen aan Amerika en kwamen ook in een economische crisis met veel werkloosheid

Slide 11 - Slide

Werklozen
Werklozen kregen een kleine uitkering.
In Nederland moesten werklozen twee keer per dag in een lange rij staan om een uitkering te krijgen (beetje geld van de overheid)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Werkverschaffing
Grote groep werklozen moest werken in werkverschaffingsprojecten.
Ze kregen dan iets meer geld dan een uitkering.

Slide 14 - Slide

Antidemocratische partijen

Slide 15 - Slide